Logonieuwstvcommunitystore

Game IconCarambole

Daniel Sánchez: ik ben een gelukkig mens

03-03-2011

Gepubliceerd door

commentlinktwitterfacebook
thumbnail
© © Guillaume Loiseau
Dani Sánchez, de wereldkampioen driebanden, is na een mindere periode helemaal terug aan de wereldtop.

BARCELONA – Daniel Sánchez, de wereldkampioen driebanden, wordt vandaag 37 jaar en is nog altijd één van de jongere spelers in de top twaalf van de wereldranglijst. De Spanjaard heeft een jaar achter de rug waarin hij niet veel heeft gewonnen, maar wel het belangrijkste toernooi van het seizoen. Daarmee keerde hij terug aan de top, ondanks alle geruchten over zijn toekomst als biljarter en over zijn privéleven die hij al een jaar over zich heen kreeg.

Het heeft hem gestoord en af en toe ook diep geraakt, maar de wereldtitel heeft bewezen dat hij een biljarter is met grote technische kwaliteiten, een speler met het karakter van een winnaar en bovenal een sympathiek mens buitenom de toernooien en de wedstrijden.
Daniel Sánchez spreekt zich tegenover Kozoom uit over zijn verwachtingen voor het nieuwe jaar, de huidige status van het driebanden, de bloei van zo veel nieuwe talenten in Spanje en alle geruchten die hem achtervolgen. ,,Ik ben gelukkig met mijn vrouw en mijn gezin en ik ben terug in de top vijf van de wereld, ik begrijp niet waarom mensen dan slecht over mij praten.’’   

Frits Bakker: Het moet nog altijd een mooie herinnering zijn, de overwinning op het wereldkampioenschap in Sluiskil eind vorig jaar, voor jou de derde wereldtitel, een glorieus moment na een mindere periode. Hoe kijk je er op terug nu de blik vooral weer op het nieuwe jaar is gericht?

Daniel Sánchez: ,,Het was een prachtig moment, na een paar maanden waarin ik niet mijn beste biljart had gespeeld en zelfs acht maanden zonder een overwinning was gebleven. Ik was inmiddels naar de twaalfde plaats op de wereldranglijst gezakt. Ik had me door heel hard te werken, veel te trainen voorbereid op het wereldkampioenschap en voelde me heel comfortabel in het toernooi. Natuurlijk had ik ook een beetje geluk in mijn partij tegen Dion Nelin in de achtste finale, die ik uiteindelijk toch nog won, maar daarna heb ik op een hoog niveau gespeeld. Het was een bijzonder fijn gevoel. Voor mij één van de mooiste momenten uit mijn carrière.’’

FB: Hoe had je de periode daarvoor beleefd, want je vertelde op het WK dat er zo veel geruchten over je waren, niet alleen in Spanje, maar in heel de biljartwereld. Dat er roddels waren, dat er gezegd werd dat jij nooit meer terug zou komen op je oude niveau. Het moet geen prettige tijd zijn geweest voor de gevoelsmens Sánchez?

DS: ,,Echt, ik begrijp niet wat er met mij gebeurt, waarom sommige mensen maar verhalen verspreiden over mij, vol twijfel over mijn toekomst als topspeler, maar ook verhalen over dat ik zou gaan scheiden van mijn vrouw. Geruchten, geruchten… Ik ben gelukkig met mijn vrouw en mijn dochter, we zijn een gelukkig gezin. En over mijn niveau gesproken, als iemand die slecht speelt toch nog wereldkampioen wordt en de nummer vijf op de wereldranglijst is: stel je voor wat het zou zijn als ik goed zou spelen? Ik weet niet wie er begonnen is met die geruchten in de wereld te brengen, maar ik denk dat er wel wat meer respect zou mogen zijn voor mijn gezin en mij. Er zijn andere spelers met een nog grotere naam dan ik, die ook al lang niet meer hebben gewonnen, maar niemand spreekt daarover. Ik ben het echt zat, deze domme praat.’’

FB: Heeft de wereldtitel het respect wel teruggebracht? Ik bedoel, was het ook een soort wraak op mensen die jou voor die tijd hebben afgebroken?

DS: ,,Het voelde niet als een zoete wraak, meer als een zoete overwinning!  Ik hoef me tegenover niemand te revancheren, zelfs door te winnen zijn de geruchten niet verstomd en heb ik de critici niet de mond gesnoerd. Het is wat ik al zei: ik kan het gewoon niet begrijpen. Maar het was goed om met die wereldtitel terug in Spanje te komen, waar al MIJN VRIENDEN op me stonden te wachten op de luchthaven, het was een verrassend welkom terug naar Spanje. Ik was een paar dagen op tv, op het nieuws, in de kranten en in het bekendste avond tv-programma in Spanje. Dat voelde geweldig!’’
 
FB: Mogen we concluderen dat het altijd maar moeilijker wordt om een toernooi te winnen. Je ziet het overal, in alle belangrijke toernooien, waar topspelers, ook Dick Jaspers, Frédéric Caudron, Kyung-Roul Kim en Torbjörn Blomdahl toch de grootste moeite hebben met winnen.

DS: ,,Je wint een toernooi, maar het is snel weer vergeten, omdat er heel veel spelers zijn die fantastisch spelen. Ik werd twee jaar geleden Europees kampioen, maar iedereen was het al vergeten vorig jaar. Want ik speelde wel goed, maar ik won niet. De biljartwereld verandert helemaal. Winnen wordt steeds moeilijker, niet alleen voor mij.’’

FB: Hoe is jouw positie in Spanje tegenover de andere topspelers in de wereld?

DS: ,,Ik ben niet dezelfde profspeler als bijvoorbeeld Dick Jaspers of Frédéric Caudron en als andere spelers, want ik speel niet dezelfde competities als zij doen. Er zijn veel weken dat ik geen wedstrijden speel, dat doen anderen wel. Bovendien ben ik pas 37 jaar nu, nog altijd tien jaar jonger dan een paar topspelers. Ze staan al veel langer aan de top dan ik. Misschien kijken we anders tegen het biljarten aan, maar niet beter of slechter. Ik kijk er misschien alleen wat anders tegenaan. Voor mij zijn dat soort spelers (Jaspers, Caudron, Blomdahl, Zanetti) de echte top, ik stond nog maar vier of vijf jaar aan de top.’’

FB: Wat zou de invloed van jouw wereldtitel kunnen zijn op de doorstroming van al die jonge talenten in Spanje?

DS: ,,Ik durf te zeggen dat Spanje de grootste en beste opleiding heeft van jonge talenten en misschien heb ik daar wel invloed op gehad met mijn wereldtitels. Elk jaar komt er wel een nieuwe jonge speler door die jonger is dan twintig. In het begin dacht ik dat het mijn invloed was, maar dat is het al lang niet meer. We krijgen steeds meer nieuwe topspelers, zoals Javi Palazón, Ruben Legazpi, Toni Ortiz, Josee Maria Mas, Sergio Jimenez, Carlos Crespo. Allemaan jonger dan dertig jaar. Ze staan in Spanje al in de top en twee van hen, Palazón en Legazpi, staan al op een hoge positie op de wereldranglijst. Dat is natuurlijk dankzij het goede werk van Spaanse biljartbond en de clubs die jongeren de gelegenheid en de kans bieden om te spelen. Voor mij is het bijzonder om een jonge speler zoals Palazón zich zo te zien ontwikkelen. Hij heeft bijna alles gewonnen in de wereld als junior en speelt nu, terwijl hij pas 22 jaar is, de halve finale op het WK in Sluiskil. Voorheen was ik de enige die bijna alle toernooien in de wereld speelde. Als dat maar een beetje mijn invloed is geweest, dan geeft dat een mooi gevoel.’’

FB: Topspelers, organisatoren, bestuurders van de bonden, ze spreken er veel over tijdens toernooien, er worden congressen gehouden, hoe staat volgens jou het biljarten er nu voor?

DS: ,,Ik stoor me nogal eens aan veel dingen. We verkeren in een moeilijke situatie in het biljarten, we moeten weer een stap voorwaarts maken met veel organisaties. Het WK in Sluiskil was een goed voorbeeld van hoe je een toernooi zou moeten organiseren, maar hoe veel toernooien zullen we zo nog krijgen? We zijn nu gelukkig op de goede weg met Kozoom die alle World Cups live gaat uitzenden, dat is bijzonder posititief voor de toekomst van het biljarten. Ik hoop dat het verandering gaat brengen en dat biljarten veel professioneler wordt op allerlei gebied, voor organisatoren, spelers, de markt, de ontwikkeling, de pers, de tv enzovoort.’’

FB: Wat verwacht je, van jouw kant, van het nieuwe seizoen?

DS: ,,Het wordt een moeilijk jaar, omdat er veel nieuwe spelers in opkomst zijn. Ik wil nog altijd proberen mijn spel te verbeteren, op het hoogste niveau dat ik aankan. Ik zal graag mjn wereldtitel verdedigen in Peru in juli. En ik wens voor het driebanden in het algemeen dat er een dag komt dat we allemaal op één lijn gaan samenwerken met de bonden, de spelers en de organisatoren. Dat zou fantastisch zijn.’’

 

Commentaren