Logonieuwstvcommunitystore

Game IconDriebanden

Het kind, de Zwarte Piet en het badwater.

04-01-2018

Gepubliceerd door bert van manen

commentlinktwitterfacebook
thumbnail
© © Kozoom

Waarom is de Zwarte Piet-discussie zo hardnekkig, zo heftig? Omdat beide partijen een stukje van de waarheid hebben. Als één van de beide kampen zou bestaan uit alleen maar domme mensen met zwakke argumenten, was dit nooit een splijtzwam van landelijk formaat geworden.  Zowel Pro als Contra heeft z'n eigen perspectief. Pro ziet een 6, ze weten zeker dat het een 6 is, dus hebben alle anderen ongelijk. Overtuig Pro er maar eens van, dat het van de overkant gezien een 9 is. Contra ziet een 9, ze weten het zeker, het is een 9 en alle anderen hebben ongelijk.   

Gaan we het nog over biljarten hebben, van Manen? Uiteraard. De discussie over het driebanden in Nederland krijgt meer en meer een zwartepietkarakter.  En de centrale vraag is: moet het allemaal anders? Moet de driebandensport een grondige make-over krijgen?

- Ja, dat wordt hoog tijd. De sport vergrijst, de jeugd vindt het niks. Er sluiten lokaliteiten en er komen geen nieuwe bij. De TV blijft weg, ons imago is stoffig, onze kleding is ouderwets. Partijen duren te lang, driebanden is niet spannend. Onze sport gaat ten onder aan aderverkalking. Wie doet straks het licht uit?  

- Nee, dat moeten we niet doen. Staar je niet blind op die paar honderd spelers die in Nederland wegvallen, er komen er elk jaar duizenden bij in Vietnam, Korea, Turkije en Colombia. Het prijzengeld voor de topspelers wordt verdubbeld, de speelsterkte is in de breedte nog nooit zo hoog geweest . De toekomst van onze sport is zonnig.

Je moet even op je gemak om die argumenten heenlopen, dan zie je van de ene kant een 6 en van de andere kant een 9. Beide kampen spreken voor een belangrijk deel de waarheid.   

Daar eindigt de objectieve helft van mijn betoog. De komende driehonderd woorden zijn zeer partijdig, want een columnist zonder een uitgesproken mening kan beter ander werk zoeken. Ik zit in het nee-kamp, ik vind dat we niet in paniek moeten raken. De driebandensport in Nederland heeft nog altijd stevige wortels.

Ik zie (nog steeds) een competitie met vier divisies, ik zie gezonde Grand Prix toernooien en een opgefriste, uitverkochte Masters.  Al die vergelijkingen met darts en snooker zijn vergezocht en zinloos: je kunt wel twee schakers uitdossen met een hanekam en ze naar het podium begeleiden met harde muziek en walk-on girls, maar even later zitten ze gewoon te schaken. Driebanden is geen snelle, flitsende sport, het is geen sport voor de grote massa en zal dat ook nooit worden. En dat geeft niet.    

Gaan we het driebanden in Nederland ineens bij het grote publiek populair maken als we onze strik afdoen en setjes van 9 punten invoeren? Welnee. Het blijft hetzelfde, moeilijk toegankelijke spel dat je alleen maar leert waarderen als je je er een beetje in verdiept. Welke positie makkelijk is en welke moeilijk (soms is dat een verschil van een paar centimeter!), dat ziet de leek niet.  

En setjes van 15, ingevoerd in 1986, dat is nog heel iets anders dan setjes van 9 in 2018. In 1986 waren de topmoyennes rond de 1.200, Ceulemans uitgezonderd, en nu zijn de topmoyennes rond de 2.000. De nivellerende werking, de toegenomen geluksfactor zou nu nog vele malen groter zijn dan toen. Er komt een moment waarop de topspelers zeggen: dit hoeft voor mij niet meer, dit is een loterij.  

We verliezen de Hoge Serie, en dat is zoiets als de century bij snooker, de aria in een opera. Is dat verstandig? Ik denk het niet. Dat je een voetbalwedstrijd alleen wint als je meer doelpunten maakt dan het andere team, dat is een soort MOLECUUL van het spel. Alles hangt ermee samen, wat je ook zou veranderen aan de spelregels van het voetbal, DAT blijft. Wij hebben ook zo'n molecuul: zolang je niet mist, mag je doorgaan. Ad infinitum.   

Een enkeling suggereert zelfs dat de moyennes helemaal niet meer in beeld zouden moeten zijn. Die horen niet op het scorebord, aldus één van de opinion-makers in het wereldje. Mijn vraag aan hem: hoe leuk zou Nederland het vinden als tijdens de 5000 meter tussen Bergsma en Kramer de tijd niet meer in beeld is, want het gaat toch alleen maar om de ritwinst?

Driebanden draait om meer dan alleen de partijwinst, het gaat er ook wel degelijk om hoe hard je gaat. Het spel is juist extra boeiend, ook op lager niveau, omdat je niet alleen je tegenstander bevecht, maar ook jezelf. 

Als ik dicht bij huis blijf, geef ik het volgende voorbeeld: in het seizoen 2003 - 2004 was ik per ongeluk kopman in de eredivisie. Twee keer tegen Caudron, twee keer Blomdahl, Merckx, Forthomme, Jaspers,  en ga zo maar door. Elke week kansloos, 22 gespeeld, 21 verloren. Maar 50 - 33 in 21, dat kan ik u verzekeren, is een stuk leuker dan 50 - 21 in 33. Dat is in de tweede of vierde divisie niet anders, want het is deel van de essentie van driebanden. En dat moeten we niet weggooien. 

 

Commentaren