Logonieuwstvcommunitystore

Game IconDriebanden

Het WK, de kanshebbers en de outsiders

09-10-2013

Gepubliceerd door frits bakker

commentlinktwitterfacebook
thumbnail
© © Kozoom/Harry van Nijlen
Het podium van het WK in 2012 in Porto

ANTWERPEN – Het WK driebanden in Antwerpen nadert met rasse schreden. Het toernooi, dat wordt gehouden in de Lotto arena, één van de bekendste sporttempels van deze stad, maakt deel uit van de evenementen in het kader van Antwerpen als Europese sportstad van 2013.

Twee jaar lang heeft de organisatie gewerkt aan de voorbereidingen, tijdens twee persconferenties vooraf is duidelijk geworden dat dit WK, van 16 tot en met 20 oktober, het podium wordt van een toernooi waarin het aan niets zal ontbreken voor de wereldtop en de vele toeschouwers die worden verwacht.

Het meest recente nieuws was de aankondiging van de trofee, die de winnaar van het toernooi in zijn prijzenkast mag bijzetten: een uitzonderlijke Molinari biljartkeu, versierd met 80 kleine diamantjes.

Ludo Dielis staat met zijn team garant voor een organisatie die klinkt als een klok. De man, die in zijn jaren als topbiljarter legendarische gevechten leverde met Raymond Ceulemans, zijn landgenoot en grootste biljarter aller tijden, heeft zijn grote organisatorische talenten bewezen met de organisaties van de Supercup en de verkiezing van Speler van het Jaar. Na het beëindigen van die cyclus heeft de Antwerpenaar zich geheel gewijd aan de organisatie van het WK.

Met nog maar een week te gaan voor de start, werpt de vraag zich op: wie zijn de grote favorieten en wie zijn de outsiders die straks gaan strijden om de wereldtitel?

Kozoom heeft het deelnemersveld onder de loep genomen en tien potentiële wereldkampioenen voor het voetlicht gebracht.

Daarbij natuurlijk allereerst Eddy Merckx, de regerend wereldkampioen, die met de prolongatie van zijn titel in het spoor treedt van Torbjörn Blomdahl. De Zweed, die in 1987 in Caïro won en een jaar later als wereldkampioen werd gehuldigd over een cyclus van zes Wereldcups, was de laatste speler die dat kunststukje uithaalde.

Maar natuurlijk heeft de grootste aller kampioenen, Raymond Ceulemans, een veel imposanter palmares, onder meer met een onafgebroken titelrace tussen 1975 (La Paz) en 1980 (Buenos Aires) en daarvoor van 1963 (Neuss) tot en met 1973 (Caïro) met elf titels op een rij.

De grootste kanshebbers voor het WK van 2013 op een rij:

Torbjörn Blomdahl, Zweden, wereldkampioen in 1987, 1988, 1991 en 1997

De speler met de meeste ervaring in het hele veld, die door alle waters is gewassen en met zijn frivole, ongedwongen speelstijl weer naar een absolute piek in zijn carrière is gegroeid. Vooral jonge spelers hebben enorm veel respect voor de Zweed. Zijn intuïtie is adembenemend, zijn vertrouwen, na de eindoverwinning in de World Cup in Griekenland met een fantastisch wereldrecord, wellicht groter dan ooit.

Frederic Caudron, België, wereldkampioen in 1999:

De speler met de grootste vaardigheid en techniek in alle disciplines. Altijd gevaarlijk, kan vanuit een grote achterstand plotseling toeslaan. Hij wint de meeste wedstrijden met zijn gevreesde turbo start, dan wel met een krachtig eindschot: 20, 25 caramboles in een paar beurten zijn geen uitzondering. De Belgische wervelwind won de Superprestige in zijn land niet lang geleden en toont in recente weken een prachtige vorm in de nationale competities.

Eddy Merckx, België, wereldkampioen in 2007 en 2012

De regerend wereldkampioen staat voor een zware opgave om zijn titel te verdedigen. Vooral nu hij voor eigen publiek speelt, zal de druk des te groter zijn. En toch is Eddy Merckx in de grote toernooien dikwijls onberekenbaar en onverstoorbaar. Als geen ander kan hij zich focussen op een toernooi, waarin hij, zoals op het WK in Porto, naar de finaleronden toe alleen maar sterker wordt.

Dick Jaspers, Nederland, wereldkampioen in 2000, 2004 en 2011:

De glans lijkt een beetje vervaagd, maar het zal niemand verbazen als Jaspers plotseling weer het allerhoogste niveau haalt. Zijn technische vaardigheid, nauwkeurigheid en vechtlust zijn de grootste troeven. Jaspers heeft nog nooit een WK finale verloren. Hij weet dat topvorm alleen niet genoeg zal zijn. Als hij zijn vertrouwen terugkrijgt en met een beetje geluk kan hij zo maar weer wereldkampioen worden.

Marco Zanetti, Italië, wereldkampioen in 2002 en 2008:

De Italiaan was de speler die vrijwel overal domineerde dit jaar. Hij won de Lausanne Masters, de Agipi Masters, het Europees kampioenschap en de World Games. Dat er een eind moest komen aan die reeks van overwinningen, was onvermijdelijk. Maar wellicht nu, getergd en verbeten als hij is, mag hij daardoor weer worden gezien als één van de grote favorieten. Zanetti heeft, volgens de insiders, het beste tempogevoel van alle profspelers. Aan het biljart is hij koel en berekenend. Hij heeft nogal eens een wake-up call nodig om in de partij te groeien, maar onder grote druk is hij de allerbeste.

Daniel Sánchez, Spanje, wereldkampioen in 1998, 2005 en 2010:

De kleine Spanjaard, één van de ’Grote vier’ als het om titels gaat, met Blomdahl, Jaspers en Caudron, heeft zich de laatste jaren moeten schikken in de rol van schaduwfavoriet. Zijn energie en zijn krachtige afstoot passen niet direkt bij zijn nogal broze fysiek. Sánchez beschikt echter als geen ander over een killerinstinct. Hij laat kansen om te zegevieren zelden onbenut.

Eddy Leppens, België, vice wereldkampioen in 2010:

Op de vraag of hij klaar is om de wereldtitel te winnen, antwoordde hij resoluut met: ,,Ja, dat ben ik.’’ Leppens heeft ervaring opgedaan in alle disciplines, maar heeft nog geen internationale titels op zijn naam. Op dit WK, in Antwerpen, is Leppens gevaarlijker dan ooit, met de steun van het Belgische publiek.

Filippos Kasidokostas, Griekenland, wereldkampioen in 2009:

Hij werd al vice-wereldkampioen op 19-jarige leeftijd, in 2003 en een jaar later herhaalde hij dat nog eens in Rotterdam, toen achter Dick Jaspers. In het Zwitserse Lausanne liet hij zich in 2009 kronen tot wereldkampioen. Behalve zijn grote technische vaardigheden is Kasidokostas een speler met veel agressie en een onbedwingbare wil om te winnen.

Sung- Won Choi, Zuid Korea, vice wereldkampioen in 2012:

De winnaar van de Agipi Masters in 2011 wordt beschouwd als de speler met de beste concentratie. Hij is in de meeste grote toernooien niet de speler die op het podium komt, maar kan vechten als geen ander. Voeg daarbij zijn rustige, emotieloze stijl van spelen, waarmee hij zelf in een wedstrijd groeit en zijn tegenstanders kan dwingen om fouten te maken.

Kyung-Roul Kim, Zuid Korea

Kim haalt vanaf zijn komst aan de top nooit zijn beste toernooien op een WK. Zijn beste plaatsing dateert uit 2010, met een 9e plaats. En toch is het niet uitgesloten dat de grootste en bekendste van alle Koreaanse spelers een serieuze gooi naar de titel doet. Daarmee zou hij ook aantonen hoe snel Korea is gegroeid naar een grote biljartnatie met veel spelers van wereldklasse.

Daarnaast volgt, met enige afstand, de lijst van outsiders, die ook de potentie in zich hebben om te verrassen met een wereldtitel, zoals Jérémy Bury, Tayfun Tasdemir, Dong Koong Kang, Jae Ho Cho, Roland Forthomme en Murat Naci Coklu.

Commentaren