Logonieuwstvcommunitystore

Game IconDriebanden

Hoe goed ken je je eigen spel?

17-04-2019

Gepubliceerd door bert van manen

commentlinktwitterfacebook
thumbnail
© © Kozoom

In mijn hobby-hoekje op Facebook heb ik onlangs weer eens een poll gehouden. De bedoeling was om mensen te laten vertellen wat de zwakke punten in hun spel zijn. Mijn oorspronkelijke vraag klonk niet heel elegant, dus ik heb er deze diplomatieke draai aan gegeven:  

"Als je, door een wonder, een stuk sterker kon worden in TWEE aspecten van je spel, welke twee zou je dan kiezen?"

De antwoorden kwamen van alle niveaus: op Bert's Billiard Page lezen spelers mee van 0.300 tot 1.250 (en een paar wereldtoppers!). Maar de grootste groep zit toch wel tussen de 0.500 en 0.850, en de meesten zijn ouder dan 40. Dat betekent dat het geen World Cup spelers zijn, maar dat ze wel behoorlijk wat ervaring en kennis meebrengen. In de wereld van Jaspers en Caudron klinkt 0.700 misschien niet heel imponerend, maar als je dat niveau haalt, heb je aanzienlijk meer spelers onder je op de ladder dan boven je.   

Zoals de foto laat zien waren er acht opties, en kon je er maximaal twee aanvinken. Na een week waren er een paar honderd reacties, en die gaven een goed beeld van de manier waarop biljarters over hun eigen spel denken. Let wel: dat staat los van de vraag of we ons eigen spel ook OBJECTIEF beoordelen. Misschien dat we onze ogen graag sluiten voor dingen die we liever niet zien. Ik was oprecht verbaasd over sommige resultaten, en de reden daarvoor ligt uiteraard besloten in het antwoord op de tweede vraag.   

 

survey april 2019

 

Kijk eens mee naar de antwoorden, in oplopende volgorde:  

3 stemmen: creativiteit. Dit aspect van het driebanden staat laatst op de lijst, en dat houdt in dat we ons er geen zorgen over maken. Als we moeite hebben om sterker te gaan spelen, dan ligt het niet aan onze creativiteit. Althans, dat vinden we zelf. 

4 stemmen: de wil om te winnen. Ook geen probleem. We zijn vechters, we gaan door tot het gaatje, we geven nooit op. (Bijna) niemand heeft gebrek aan mentaliteit.

12 stemmen: keuze van stootbeeld. Daar schrok ik van. Dit antwoord had bovenaan de lijst moeten staan. Waarom? Omdat stootbeeldkeuze HET instrument is om je moyenne te verhogen. Van al hetgeen je kunt doen, heeft dit het hoogste rendement. Maar het is wel te begrijpen dat mensen niet graag zeggen: "Ik zou een stuk sterker zijn als ik niet zo vaak de verkeerde oplossing zou spelen."     

28 stemmen: je aanpassen aan de tafel. Nog een ondergewaardeerd aspect van het spel. Als je de flexibiliteit en het biljart-gogme mist om je aan te passen aan de tafel, dan lever je niet een klein beetje kwaliteit in.  Het is veel erger: je spel stort in elkaar.  Dat heeft een directe relatie met de volgende categorie:

28 stemmen: kennis van de systemen. Je kunt je een ongeluk studeren op de diamond systemen, maar als je niet handig bent in het inschatten van de compensaties die de tafel noodzakelijk maakt, dan zijn al je losbanders net mis. Dit aspect van het spel heeft de laagste ROI (return on investment). Met andere woorden: het kost heel veel uren, het levert heel weinig op.    

53 stemmen: houding en afstoot. Nummer drie op de lijst, veel mensen willen hier graag progressie boeken. Het goede nieuws: als je een vriend of vriendin hebt met een smartphone kun je zo aan de slag. Maak eens 10 of 15 minuten video van jezelf, bij voorkeur niet op training maar in een wedstrijd, en kijk dat kritisch terug. Je zult van jezelf schrikken, en het beter willen doen. Het slechte nieuws: slechte gewoontes afleren is soms moeilijk, zeker als je dezelfde fysieke fouten al 20 jaar maakt.     

74 stemmen: positiespel. Prima antwoord, maar (net als systeemkennis) hangt het nauw samen met het niveau waarop je speelt. Als je seizoengemiddelde rond de 0.400 is, dan kun je beter werken aan je techniek en je inzicht in de looplijnen. Positiespel wordt dan over een paar jaar vanzelf belangrijk.

88 stemmen, de winnaar: concentratie. Hier zoeken we het, dit verwijten we onszelf. Of misschien is het gewoon de zwakte die we het makkelijkst toegeven. "Ik zou een stuk sterker spelen als ik goed geconcentreerd zou blijven." Dat klinkt toch beter dan: "Ik heb wel talent, maar ik heb een waardeloze mentaliteit."    

Tot slot nog een opmerking over die super-belangrijke categorie: stootbeeldkeuze. Ieder punt dat je speelt, of je het nu maakt of mist, gaat linea-recta je databank in. Vergelijk het met een interne harde schijf. Weken of maanden later heb je een vergelijkbare positie, en je hersens beginnen direct je geheugens te scannen, op zoek naar nuttig vergelijkingsmateriaal. Hoe dik, hoe diep, welk tempo. Als je regelmatig de verkeerde (minder kansrijke) oplossing speelt, ga je nog steeds vooruit, maar heel langzaam. De ROI is te laag.  

Beter worden in de correcte oplossingen, dat is evenveel werk, maar het rendement is stukken hoger. Vergelijk het met twee spaarrekeningen, op de ene staat 100 euro en op de andere 1000. Het is leuk als je op de eerste rekening 5 % rente zou krijgen i.p.v. 1 %. Maar als je op de tweede rekening van 1 % naar 2 % zou gaan, levert dat meer op. Er zijn van die oplossingen die je bij de topspelers ziet, waaraan je je nooit waagt. Te hoog gegrepen voor mij, denk je. Maar ze spelen dat punt niet op die manier omdat het MOEILIJKER is! Profs hebben veel inzicht in de percentages, ze spelen datgene wat het vaakst lukt. Geloof het of niet, die applaus-oplossing van een wereldtopper is vaak MAKKELIJKER dan de lijn die jij probeerde te maken.   

Praat er eens over met een betere speler, laat hem een half uurtje toekijken bij jouw wedstrijd. Dan kan hij na afloop drie of vier momenten aanwijzen, waarop je de verkeerde beslissing nam. Pijnlijk om te horen? Ja, maar ook nuttig. Van lof word je niets wijzer.   

 

Commentaren