Logonieuwstvcommunitystore

Game IconDriebanden

Je speelt nooit twee keer hetzelfde punt

17-05-2016

Gepubliceerd door bert van manen

commentlinktwitterfacebook
thumbnail
© © Kozoom

Mensen vragen me wel eens waarom ik nog altijd gefascineerd ben door driebanden. "Het is uiteindelijk maar een spelletje" zeggen ze. En: "Na veertig jaar heb jij iedere denkbare positie op tafel wel duizend keer gezien. Wordt dat niet saai?"  

Nee, dat wordt niet saai. En, al is het voor een buitenstaander misschien moeilijk te geloven: ik heb nog nooit twee keer dezelfde positie gezien. Laat ik maar eens een paar woorden wijden aan het percentage "herhaling" dat onze sport bevat. Dat ligt buitengewoon dicht bij de 0 %.    

- Een driebanden stootbeeld kan een moeilijkheidsgraad hebben van 6 (op een schaal van 1 tot 10) op de ene tafel, en op een andere tafel kan dat een 8 of een 4 zijn. De verschillen tussen biljarts zijn zo groot, dat topspelers er rekening mee houden als ze een oplossing kiezen. Dat kenmerkt de topspeler: dat hij gebruikt maakt van de eigenschappen van de tafel. De scoringskans is het criterium; er zijn geen wetten die voorschrijven hoe een bal moet worden gespeeld. Andere tafel, ander stootbeeld.

- Verander de positie van één van de drie ballen een centimeter, en je hebt een totaal nieuwe figuur. Soms is een millimeter al genoeg, of een kwart daarvan, zeker als er twee ballen vlak bij elkaar liggen. Die kwart millimeter kan zelfs het verschil zijn tussen een redelijk maakbaar patroon, en een wanhopig moeilijke bal.  

- Je kunt drie ballen op miljarden manieren neerleggen, op een tafel van 1.42 bij 2.84. Het theoretisch aantal mogelijkheden  - hoewel astronomisch - ligt wel een stuk lager dan bij schaken of bridge, maar daar moet je een kanttekening bij maken.  Veel legale zetten in het schaken of biedingen in het bridge zijn onlogisch, die komen nooit voor. Biljartballen hebben geen notie van logica, die gaan op de meest onmogelijke plekken liggen, ze verzinnen in iedere wedstrijd wel één of twee bizarre problemen.     

- Dan is er nog een factor: de context van het punt. Als je er van acquit al zes gemaakt hebt en je zevende is ook maakbaar, dan ga je ongetwijfeld een goede beslissing nemen en met veel vertrouwen afstoten. Maar stel dat je een voorsprong van 35-18 verprutst hebt, en het is inmiddels 38-37 in een partij tot de 40? Dan kan die zelfde positie er liggen, maar er staat een heel andere speler aan tafel. 

- Welke bal is de rode, welke is de gele? We nemen gemakshalve even aan dat je met wit speelt. Vaak is er een stootbeeld met een goede maakkans en ingebouwde verdediging als je mist. Die spelen we allemaal graag. Maar precies dezelfde positie, met rood en geel omgedraaid, kan wel eens  levensgevaarlijk zijn. Opnieuw is de positie identiek, maar de speler staat onder veel meer druk. 

- Geen twee posities in het driebanden zijn hetzelfde. Met uitzondering van de acquit (die op iedere tafel weer NET iets anders gespeeld moet worden!) zie je ieder stootbeeld maar één keer in je leven. Je komt aan tafel, en er ligt een probleem dat je nog nooit hebt opgelost. Misschien herken je de situatie onmiddellijk, wellicht zie je zelfs meteen de oplossing. Dat komt omdat je geheugen vol zit met stootbeelden die er op lijken. Maar ze waren allemaal net even anders.   

Mijn vriend Ira Lee uit New York legde het vorig jaar heel creatief uit. "Hoe vaak heb je de ballen op de acquitpunten zien liggen, als RESULTAAT van het vorige punt"? Het antwoord is uiteraard: nog nooit. Waarom zouden al je andere posities er dan WEL ooit eerder gelegen hebben?    

Met die informatie kunnen we  - voorzichtig - aan de buitenstaanders uitleggen waarom driebanden altijd weer anders is, waarom geen twee partijen ooit hetzelfde scoreverloop hebben. Hoe zou dat ook kunnen, als niet eens twee stootbeelden ooit hetzelfde zijn?

Als het jouw beurt is, dan kom je aan tafel en er ligt een probleem. Je kunt ook zeggen: er ligt een kans om te scoren. Je moet het in je eerste en enige poging goed doen. Dat lukt lang niet altijd, maar als je mist heb je - hopelijk - iets geleerd.   

De conclusie dringt zich gewoon op. Driebanden is als het leven zelf.   

Het is soms een wreed spel, maar driebanden geeft altijd meer dan het neemt. Al verliezen we de partij, dan genieten we toch na van die ene geweldige bal die we gemaakt hebben. We denken alvast aan de volgende wedstrijd, misschien spelen we dan goed. En als we terugkijken op duizend wedstrijden die we hebben gewonnen en duizend wedstrijden die we hebben verloren, dan moeten we toegeven dat we eigenlijk maar één tegenstander gehad hebben.  Ik hoef niet te zeggen wie dat is.

 

Commentaren