Driebanden
ANTALYA – ,,Ik hoop niet dat ik een Koreaan tref bij de loting’’, had Jef Philipoom geroepen op de dag voordat hij naar de World Cup in Antalya vertrok. Want Koreanen zijn als zwarte beesten voor de Belg, die soms zo mooi kan biljarten, niet voor niets de ex-wereldkampioen is, maar ook zo broos is met zijn zelfvertrouwen.
Het leek wel alsof het zo moest: Farouk Barki trok op de avond voor het hoofdtoernooi een Koraan uit de glazen bol voor Philipoom: de overstoorbare Dong Koong Kang, één van de top vijf spelers in zijn land.
,,Zwart beest’’, het is de uitdrukking voor een tegenstander die altijd angst inboezemt. Jef Philipoom was er zo dicht bij om dat gevoel van zich af te zetten, maar strandde op één carambole van het einde. Een technische bal, over de hele lengte afgestoten, bijna zonder effect, slepend langs de lange band, maar net niet goed genoeg om te scoren.
Dong Koong Kang ging naar de tafel voor nog twee, maakte zijn eerste en finishte met een bal die hij bijna niet kon missen: 3-2 dus voor de Koraan, 15-14 in de beslissende zet. Jef Philipoom heeft in zijn lange carrière wéér een zwart beest ontmoet.
Hij zal lang na de partij nog hebben nagepraat over de start van de Koreaan in de beslissende set. Twee geluksballen brachten Kang op een 4-0 voorsprong, waarna de weg naar succes open lag.
De Belg had een slechte start van de partij (13-15, 15-15), maar herstelde zich met twee gewonnen sets (15-9 15-10). Hij rook zijn kansen, kon in de vijfde de kloof nog wegwerken, maar strandde in het zicht van de haven.
De manier waarop Filipos Kasidokostas in de eerste ronde van het hoofdtoernooi terugvocht na een 1-0 achterstand was indrukwekkend. De Griek reageerde verbluffend op de snelle start van de Spanjaard Jose Maria Mas: hij ging op volle kracht vooruit, finishte bijna van acquit, maar miste het vijftiende punt op een haar.
De voormalig wereldkampioen trok de partij daarna eenvoudig naar zich toe en was met 2.521 de grote uitblinker in deze eerste ronde.
Het was in de eerste middagronde spannend op drie van de vier tafels: Dick Jaspers moest tot het uiterste gaan om zijn landgenoot, de eeuwige Nederlandse nummer twee Raimond Burgman, die hij op het nationaal kampioenschap nog een pak slaag had gegeven, van zich af te schudden.
Jaspers startte 15-11 in 7, werd daarna teruggefloten met 5-15 in 4, nam weer een voorsprong met 15-6 in 6 (na een openingsserie van 10), maar was nog niet verlost van zijn opponent, die met 7-15 in 4 beurten (na 12-0 in 2) terugkwam naar 2-2.
Toen stond de echte meester weer op: Jaspers maakte de partij af met 15-5 in 5 beurten. Het Nederlandse duel was van hoogstaand niveau: Jaspers speelde 2.375, Burgman 2.000.
Jean Paul de Bruijn ging furieus van start tegen de zo gevreesde Koreaan Sung-Won Choi. Hij voelde zich de underdog en speelde vrijuit in de eerste set: die won hij met 15-6 (3.750 gemiddeld), daarna bleef hij in de tweede set ook nog lang rond de drie, maar toen de Koreaan won met 15-11 (8), leek de weerstand gebroken.
De Bruijn kwam toch weer voor te staan dank zijn een 15-13 winst in de derde (15 beurten), verloor de vierde met 15-2 en zakte toen steeds dieper weg. De mentale inzinking kostte hem de partij: Choi domineerde de beslissende set en won met 15-9 (gemiddeldes 1.488/1.209).