Logonieuwstvcommunitystore

Game IconDriebanden

Ken je tegenstander

24-07-2016

Gepubliceerd door bert van manen

commentlinktwitterfacebook
thumbnail
© © Kozoom

Een goed moyenne spelen, daar is een biljarter dol op. Iedere speler van 0.500 heeft er wel eens een partijtje van 0.750 bij, en dan voelt ie zich een ander mens. Hij is een 0.750 speler, al is het maar voor een avond.   

Er is één ding even verslavend als goed spelen, maar we doen het NOG liever: onze partij winnen.  "Het kan me niet schelen dat ik verloren heb, ik heb goed gespeeld."  Dat zeggen de watjes.  "Het kan me niet schelen dat het 123 beurten duurde. Ik heb gewonnen."  Dat is mannentaal. Het is niet waar, maar het klinkt stoer.  

Als je wilt winnen, moet je sterker worden. Train, leer, werk aan je spel, dan komt de beloning vanzelf. Maar slim zijn kan ook helpen. Het is nuttig om wat inzicht te hebben in de zwakheden van je tegenstander. Mijn tip van de dag: weet tegen wie je speelt. De inspeeltijd is niet vijf minuten, maar tien: jouw vijf en zijn vijf. Als je je ogen open hebt, zie je misschien iets nuttigs.

Ik stel je even voor aan een paar tegenstanders die je onvermijdelijk een keer tegenkomt.  

 

Mr. Natural.

En dat is vaak een intimiderende man. Je ziet hem inspelen, en hij mist bijna niks. Van de ene rondspeler naar de andere, makkelijk, soepel, snel. Hij speelt op intuïtie, rekenen doet hij niet. Serietje van zeven, in een minuut of twee. Je voelt je in de stoel al overklast. 

Maar ho eens even. Deze vent speelt - over een seizoen - ongeveer hetzelfde moyenne als jij. Hoe kan dat? Kennelijk maakt hij onder wedstrijddruk minder makkelijk series dan bij het inspelen. Je hebt deze man dóór. Hij houdt van ontspanning, niet van spanning. 

Je speelplan is al klaar. Deze partij moet hard gemaakt worden, weinig schaatsen en veel klunen. Het moet een tactische wedstrijd worden, je gaat geduldig en verdedigend spelen. Geef hem geen ritme. Hij speelt op intuïtie, dus moet je hem laten nadenken. Dan is hij kwetsbaar.  

In de eerste paar beurten van de partij ga je Mr. Natural al duidelijk maken dat driebanden een moeilijk en frustrerend spel is, en zeker wanneer jij de tegenstander bent.  Op een sintelbaan is hij te snel voor je. Door mul zand tegen een duin op ben jij in het voordeel.    

De Professor.   

Je weet direct dat je met een Professor te maken hebt, als je iemand met maar één bal ziet inspelen. Met de grootste zorg speelt hij van rechtsonder naar de derde diamond, en hij kijkt met argusogen waar de bal eindigt. Ja hoor: linksonder. En er volgen nog veel meer lijntjes, die hij wil nameten.

De Professor speelt eigenlijk niet in. Hij is een testrapport aan het schrijven, over de tafel. En al doende maakt hij aantekeningen in zijn hoofd. Hoeveel punten moet ik straks compenseren op DIT figuur? Hoeveel langer moet ik starten bij DEZE lijn? Reageren alle vier de hoeken wel gelijk?   

Professoren, die kun je er goed bij hebben. Het zijn vrijwel altijd sportieve verliezers. Je kunt er heerlijk mee praten aan de bar, over driebanden. Ze weten veel. Vaak geven ze les, en het zijn prima ambassadeurs voor de sport.  

Maar toernooien winnen doen ze niet. Eerlijk gezegd winnen ze niet eens veel partijen. Ze denken dat driebanden een wetenschap is, met regels en wetmatigheden. Ze spelen de juiste bal, op het juiste tempo, zoals het volgens de bijbel van Ceulemans moet, en ze missen op een haar. Elke keer weer.  Ze passen hun beslissingen niet aan wanneer de stand 39-37 is, of wanneer de tafel zich er gewoon niet voor leent om een bepaald patroon op plaatsing te spelen. Ze zijn reuze intelligent, maar niet erg slim. En ze hebben altijd pech.    

Met een beetje gezond verstand, met wat improvisatievermogen en een dosis lef, ga je acht van de tien partijen tegen de Professor winnen.  

De Harker. 

Als je hem ziet inspelen, ben je niet erg onder de indruk. En daar schuilt ook meteen het gevaar. Je gaat een Harker altijd onderschatten, omdat het er niet uitziet wat hij allemaal doet. Na vijf caramboles weet je het al zeker: ik ben beter.   

En dat is ook zo. Maar dit moet je je terdege realiseren: het zal HEM een zorg zijn. De Harker kijkt niet tegen je op. En er is nog veel meer waar hij maling aan heeft: systemen, techniek, stootbeeldkeuze. Meestal  is hij autodidact, en er is maar één ding waaraan hij waarde hecht: het scorebord.   

De Harker zondigt vaak tegen iedere wet en regel, maar hij maakt wel de carambole. Zijn keu gaat omhoog en omlaag, van links naar rechts en het is een godswonder dat hij niet vaker ketst. Als je in een vliegtuig zat, vroeg je de stewardess om een bruine papieren zak. De Harker vindt het allemaal best, zolang de arbiter zijn punten maar telt. Hij heeft een geweldig wapen, en dat is zijn wil om te winnen.

Hij heeft al vaker gewonnen van betere spelers, en als hij niet boven zichzelf kan uitstijgen, dan trekt hij zijn tegenstanders wel naar beneden. En let op: Mr. Natural en de Professor gooien soms halverwege de partij de handdoek in de ring. Van de Harker ben je nooit verlost tot de tellijst getekend is.   

Hoe ga je om met een Harker? Je verslaat hem niet door een hekel aan hem te hebben. Dat is gif drinken, en hopen dat HIJ er ziek van wordt. Jouw liefde voor het spel moet het doen, kwaliteit moet gaan winnen. Adem in, adem uit, en wacht tot de arbiter zegt dat het jouw beurt is. Dan ga je biljarten, zoals JIJ vindt dat het spel gespeeld moet worden. Zelfs Harkers zijn machteloos, als ze op hun stoel zitten. 

 

Commentaren