Logonieuwstvcommunitystore

Game IconDriebanden

Nog een paar jaar, Europa

29/05/2018

Publié par bert van manen

commentlinktwitterfacebook
thumbnail
© © Kozoom

Als ik driebandenwedstrijden kijk, is de kans ongeveer 50 % dat het me niet uitmaakt wie er wint. In die andere 50 % van de gevallen kunnen er verschillende redenen zijn waarom ik partijdig ben. Misschien heeft tot dusver één speler alle pech van de wereld gehad, en de ander heeft meer gekregen dan hij verdiende. Of de éen gedraagt zich wat sympathieker rond de tafel dan de ander. Tenslotte (laat ik het maar gewoon toegeven) zijn er een paar topspelers waarmee ik bevriend ben, en dan valt het niet mee om objectief te blijven.   

Welke nationaliteit een speler heeft, is voor mij nooit een overweging. Ik zie de Let even graag winnen als de Haïtiaan of de Welshman, en als er morgen een speler uit Tajikistan opstaat, dan wens ik hem (of haar) veel succes. Chauvinisme en de biljartsport, dat gaat gewoon niet fijn samen. Verder ben ik ervan overtuigd dat algemeenheden over spelers uit land X of land Y geen hout snijden. Niet alle Koreanen hebben een gave techniek, niet alle Turken zijn halve kunststoters, niet alle Duitsers hebben een winnaarsmentaliteit, en zo kan ik nog wel even doorgaan. Iedere individuele biljarter is een unieke mix van vaardigheden en gebreken die geen bal te maken hebben met zijn paspoort.   

Afgelopen weekend stonden er drie Vietnamezen in de halve finale van een World Cup, en ook de winnaar was een Vietnamees. Dat geeft toch te denken, zelfs al maakt iemands nationaliteit je niet uit. Iedereen die het driebanden volgt, kan zien dat het zwaartepunt van onze sport verschuift naar het Oosten. Ja, we hebben hier in Europa dat formidabele zestal (Blomdahl, Caudron, Jaspers, Merckx, Sánchez, Zanetti, nog steeds de beste spelers ter wereld), maar ze lopen tegen de vijftig of zelfs tegen de zestig. Er staan dertig of veertig Koreanen en Vietnamezen te trappelen om het stokje over te nemen, en dat zijn twintigers en dertigers.  

Ik heb de laatste 32 van alle 172 World Cup toernooien eens op een rijtje gezet, om een beter beeld te krijgen van de verschuivingen per nationaliteit. Het leek logisch om het geheel op te splitsen in drie periodes van 11 jaar. Als je het kaartje bekijkt, moet je je een paar dingen bedenken:  

 

WC participation by country

 

-          De nummers achter de landennaam staan voor "spelers in het hoofdtoernooi". Ze kunnen daar op drie manieren gekomen zijn: als geplaatste speler, door het overleven van alle kwalificatieronden, of met en wildcard.  

-          Plaatsing (beste 12, nu beste 14 spelers) heeft forse gevolgen. Zweden en Italie zijn natuurlijk helemaal geen toplanden. Zweden, dat is 85 % Blomdahl en Italie is 98 % Zanetti.   

-          Meer dan de helft van Egypte's totaal is afkomstig van wildcards voor Hurghada en Luxor. "Die Egyptenaren krijgen het cadeau" is geen terechte opmerking. Zeg liever: "Ik wilde dat meer landen 18 World Cups zouden organiseren in een tijd van 13 jaar."     

Wat valt er op als je kijkt naar de overgang van het eerste naar het tweede tijdvak?  

-          De enorme opkomst van Turkije, van 62 naar 180 deelnames. Semih brak door in 1993 / 1994, en  hij betekende voor het biljarten in Turkijke wat Björn Borg betekende voor tennis in Zweden.   

-          Het verdwijnen van Frankrijk. Niemand stapte in de schoenen van Bitalis en Connesson. Nu, met vaandeldrager Bury, en Melnytschenko, Barbeillon, Panaia en Tachoire is er weer hoop voor Frankrijk.    

-          Griekenland meldde zich als nieuwe driebandennatie. (Waarom heten die mannen niet gewoon Papa en Kasi en Poly?  Dat zou mijn leven een stuk makkelijker maken).

Wat valt er op als je kijkt naar de overgang van het tweede naar het derde tijdvak?  

-          De machtsgreep van Korea is indrukwekkend: van 63 naar 362 deelnames. Nog nooit in de World Cup historie was een land zo dominant.

-          De opvallende nieuwkomer: Vietnam. En als je het dan hebt over een "Björn Borg-effect"? Duizenden, zo niet tienduizenden jonge Vietnamezen hebben afgelopen weekend gezien hoe Quyet Chien Tran aan de haal ging met een hoofdprijs van 16.000 Euro. Het gemiddeld maandsalaris in Ho Chi Minh City is 148 Euro. Dat is instant-motivatie, van het soort waarover boksers uit Cuba of lange-afstandlopers uit Ethiopië kunnen meepraten. Een weg omhoog.

-          We zijn Denemarken compleet kwijt. Kennelijk is de generatie na Nelin / Carlsen niet meer geïnteresseerd.   

-          De ineenstorting van Nederland. Tweede in het eerste tijdvak, tweede in het tweede tijdvak. En nu? Als je Jaspers er afhaalt, staan we amper meer op de lijst.    

-          De totalen in het derde tijdvak zijn een stuk hoger, en dat klopt. In 2002 waren er überhaupt geen World Cups, in 2003 was er maar eentje. En in de laatste jaren zijn het er vaak 6 of 7. 

Hoe zal mijn overzichtje er uit zien, als ik de periode 2019 - 2029 heb kunnen toevoegen? Ik denk dat twee of drie West-Europese landen wegvallen uit de top twaalf. Colombia klimt naar plek 7, en op 8 volgt de gevaarlijke nieuwkomer China. Korea gaat nog aan de leiding, gevolgd door Vietnam en Turkije. Met stip op 13: Tajikistan. Zeg nou zelf: ze speelt geweldig!   

 

Commentaires