Logonieuwstvcommunitystore

Game IconDriebanden

Senior en junior scoren erop los

13-08-2016

Gepubliceerd door bert van manen

commentlinktwitterfacebook
thumbnail
© Kozoom

Een wedstrijd om de dertiende of veertiende plaats: dat klinkt niet erg interessant of spannend. En de spelers, kan het ze eigenlijk wat schelen? Toch was het juist die wedstrijd, die het hoogtepunt werd van de 2016 Verhoeven Open in New York. De uitslag gaat linea recta de recordboeken in.  

Torbjörn Blomdahl was natuurlijk teleurgesteld dat hij dit jaar niet meedeed  voor de ereplaatsen. Hij verloor in de achtste finale van Eddy Merckx: 31-40 in 23/24 beurten. De ambities van Haeng Jik Kim eindigden in zijn ontmoeting met Caudron, die maar 16 beurten nodig had en de Koreaan kansloos liet: 40 - 19. Toch moet gezegd dat de oudste en de jongste speler in het hoofdtoernooi allebei steeds beter gingen spelen, naar mate de week vorderde.

Haeng Jik begon ronduit slecht (1.296 na twee dagen), maar hij schroefde zijn toernooimoyenne op naar 1.734. Blomdahl was geplaatst, dus hij speelde alleen de middenfase (1.704) en de finaleronde. Met een eindmoyenne van 1.856 kon hij wel leven, al was hij niet te spreken over zijn spel op de woensdag en donderdag.

Op de slotdag stonden ze tegenover elkaar, en de partij ging eigenlijk nergens om, zelfs het verschil in prijzengeld was te verwaarlozen. Vervolgens gebeurde dit: 

 

TB - HJK

 

Inderdaad. Een astronomische uitslag: 40-35 in 9. TB en HJK speelden een gezamenlijk moyenne van 4.167, en daarmee was dit - als je alleen naar de koude cijfers kijkt - de op 4 na beste wedstrijd in de geschiedenis. Uiteraard zijn er meer factoren die bepalen hoe "goed" een wedstrijd is. Wat stond er op het spel, was het een gelijkopgaande strijd? Je moet het in z'n context zien. De ontmoetingen (bijvoorbeeld) tussen Jaspers en Blomdahl in het EK van 2008, of Zanetti en Caudron in het EK van 2013 zijn natuurlijk van groter historisch belang.  

 Als je TB - HJK nog eens terugkijkt op Kozoom, dan valt direct op hoe ontspannen de sfeer was. Deze twee liggen elkaar goed. De voormalige wereldkampioen bij de junioren was ook dagelijks als toeschouwer te vinden bij de tafel van Blomdahl. Hij weet waar hij gratis wat kan opsteken.   

Voor de liefhebber: hier komen alle wedstrijden waarin een gecombineerd moyenne van 4.000 of hoger werd gespeeld:  

 

4.000 plus

 

Nog opvallender dan de 4.444 van Kim is de 3.889 van Blomdahl. Dat is namelijk een nieuw wereldrecord, het hoogste moyenne waarmee ooit iemand verloren heeft. Ik weet niet of hij er blij mee is, maar een record is een record. Blomdahl heeft al eerder verloren met ultra-hoge moyennes. Hij was de eerste speler ooit die verloor met 3.000, dat was de 39-50 in 13 tegen Raymond Ceulemans in het Crystal Kelly toernooi van 1999. Tijdens de EK-finale van 2008 speelde hij op een goed moment zelfs 5 moyenne, maar hij stond wel met 2-0 achter in sets! Dat is toch wel wreed.

Hier zijn alle partijen (40 pnt of meer) waarin de verliezer 3.000 of hoger speelt:     

 

highest losers

 

In mijn ogen is de meest bizarre partij in die lijst de halve finale van Brandenburg 2013, waar Caudron verliest met een HOGER moyenne dan zijn tegenstander Zanetti. Er was geen gelijkmakende beurt, en Zanetti scoorde 40 in 12 voor 3.333, Caudron had 37 in 11 voor 3.364.  

De Verhoeven Open van 2016 had die wonderpartij op de laatste dag echt wel nodig, anders was het toch een tikje teleurstellend toernooi geweest. De drie beste Koreanen en de drie beste Vietnamezen waren er, en van de Europese topspelers ontbraken eigenlijk alleen Zaneti, Sanchez en Poly. Horn was er wel en speelde voortreffelijk, maar ik had in z'n totaliteit toch iets meer vuurwerk verwacht.  

Bury was taai en mentaal sterk, daar won hij het toernooi mee. Hij is een moeilijke tegenstander om tegen te spelen, en nog moeilijker om te verslaan. Zijn techniek is verzorgd, hij bouwt zijn series met veel inzicht op, verdedigt op tijd. Zwakke plekken heeft hij eigenlijk niet, en in New York versloeg hij zowel Caudron als Jaspers. Veel meer kun je niet doen.

En toch: hij is de topspeler waar je NIET naar gaat zitten kijken, zeker niet als er andere tafels zijn. Hij doet met je wat hij ook met z'n tegenstanders doet: je in slaap sussen.  

Bury's winnende toernooimoyenne van 1.542 is niet iets om je voor te schamen. Maar het heeft hem niet tegengezeten: maar liefst ELF van de zestien spelers in de finalepoule deden het beter. De beste speler wint lang niet altijd het toernooi, zeker niet bij driebanden.    

 

Commentaren