Driebanden
OOSTERHOUT - Zonder de tegenstand waar ze altijd op berekend is, met de suprematie van Neerland's beste biljartster ooit werd Therese Klompenhouwer voor de achtste keer in haar carrière nationaal kampioene driebanden bij de vrouwen. De meeste tegenstand kreeg de Nijkerkse nog in de finale, gespeeld in De Eekhoorn in Oosterhout, van Gerrie Geelen, één van haar jarenlange rivalen: 30-21 in 34 beurten.
De eindstand van het kampioenschap geeft het enorme verschil van klasse aan: Therese Klompenhouwer eindigde met 1.037 gemiddeld, Gerrie Geelen met 0.517 en alle andere 30 deelneemster onder en soms zelfs ver onder de half gemiddeld.
Was het Nederlands kampioenschap in deze vorm dan wel een succes?
,,Ja, absoluut'', zei Jerry Hermans, de zaaleigenaar, die sprak van zo'n honderd toeschouwers in alle sessies van het toernooi.
,,En ja'', knikten de deelneemsters die er een bijzonder aangenaam weekend van hadden gemaakt in De Eekhoorn.
Het moet dus maar op de koop toegenomen worden dat speelsters in de onderlaag van het klassement met 0.141, 0.153 en 0.174 eindigden, omdat het niveau van zo'n groot veld nu eenmaal niet hoger ligt.
Het was, dit weekend in De Eekhoorn, alsof Marianne Vos een koers had georganiseerd met een rondje rond de kerk, dertig vriendinnen had uitgenodigd voor een gezellig onderonsje en aan de finish tien minuten voorsprong had op de rest.
Therese Klompenhouwer is de enige van dit hele gezelschap die haar sport heel serieus neemt, met veel trainingsuren, lessen en investeringen. Gerrie Geelen drijft nog op haar routine en kan gewoon heel aardig biljarten. Monique Wilkowski en Ineke Kooistra eindigden ook op het podium, maar nog verder in de schaduw van de kampioenen.
Veel spijtiger was dat speelsters die vorig jaar hun opkomst aankondigden, zoals Monique van Exter en Daisy Werdekker, na een jaar ontwikkeling mindere gemiddeldes speelden dan vorig jaar.
En nog merkwaardiger dat Karina Jetten, jarenlang de kroonprinses na Therese en vorig jaar nog tweede met gemiddeldes tegen de één, nu in de kwartfinales struikelde en niet meer dan 0.483 speelde.
Therese stond er allemaal mijlenver boven, al was ze zelf ook niet zo sterk als vorig jaar toen ze partijen speelde van 1.667 en 1.316. Het was nu in het hoofdtoernooi iets minder met 1.200 (kwartfinale), 1.363 (halve finale) en 0.882 (finale).
De top tien van het toernooi:
1 Therese Klompenhouweer 1.037-9
2 Gerrie Geelen 0.517-6
3 Monique Wilkowski 0.475-5
4 Ineke Kooistra 0.411-4
5 Anja Verbogt 0.412-5
6 Charissa Beemsterboer 0.361-4
7 Karina Jetten 0.483-5
8 Joke Breur 0.430-6
9 Loes Schilder-van Dansik 0.452-4
10 Mirjam Pruim-Emmens 0.422-6.