Driebanden
ROSMALEN - Het was pas zijn tweede overwinning in een Grand Prix en hij mag er trots op zijn. Jean Paul de Bruijn, de Zeeuwse leeuw uit Hulst, werd zaterdagavond in De Hazelaar in Rosmalen gekroond tot winnaar van de Grand Prix, waarin hij uitblonk door karakter en vechtlust. In de finale versloeg De Bruijn de altijd stugge Raimond Burgman in een taai gevecht met 40-31 in 30 beurten. Dick Jaspers, niet op zijn best op de slopende slotdag, ging onderuit in de halve finale tegen Burgman.
Het is niet Jean Paul de Bruijn's beste jaar in competities en toernooien, maar op weg naar de zomer slaagde de begaafde technicus er weer eens in het beste in zichzelf boven te halen. In de arena waar hij als bandstoter zo veel mooie successen vierde, knokte hij zich door de eerste ronde van het hoofdtoernooi in een enerverend gevecht met Barry van Beers (40-39 in 22), won daarna soeverein van Martien van der Spoel (40-28 in 26), bleef koelbloedig in de slotfase tegen Jean van Erp (40-38 in 27) en overleefde de slijtageslag in de finale na een lange dag met vier partijen voor beide finalisten.
De wedstrijd tegen Jean van Erp was één van de mooiste uit het hele toernooi. De Brabander, gesteund door zijn trouwe supporters, vocht zich na een betere start van Jean Paul de Bruijn (20-10, 30-19, 35-25) terug in de wedstrijd, onder meer met een serietje van acht in de 25e beurt (37-36). De Zeeuw zette nog één keer zijn tanden in het gevecht en finishte op een score van 38-38 met de bevrijdende twee caramboles. Daarmee opende De Bruijn voor zichzelf de weg naar de finale.
Raimond Burgman deed dat op zijn eigen, karakteristieke wijze in de andere halve finale tegen Dick Jaspers. Voor kenners was die wedstrijd een tactisch steekspel met vaak onherkenbare missers, voor de neutrale toeschouwer in De Hazelaar was het gewoon één van de minste partijen die Jaspers en Burgman tegen elkaar hebben gespeeld. Dat viel wel af te lezen van het scorebord: 14-12 na 12 beurten, 22-20 na 22, 32-25 voor Jaspers na 25 beurten. De getergde Burgman, die vaak boven zichzelf kan uitgroeien in wedstrijden tegen Jaspers, vond in de laatste fase de veerkracht om toe te slaan en ging met 6, 3 en 5 over de eindstreep: 40-34 in 29.
De lange marathon op de slotdag ging van start met de beste zestien van de knock-out. Jean van Erp was de beste winnaar in die openingsronde in zijn partij tegen Albert Kooistra (40-12 in 16), Glenn Hofman, de winnaar van de eerste Grand Prix, werd kansloos uit het toernooi gespeeld door Harrie van de Ven (40-20 in 19) en Therese Klompenhouwer won na 40-40 in 33 in de shoot-out van Dave Christiani.
Dick Jaspers versloeg in de kwartfinales Jeffrey Jorissen (40-26 in 19), Jean van Erp won van Harrie van de Ven (40-27 in 24), Raimond Burgman kwam met de hakken over de sloot tegen Therese Klompenhouwer (40-34 in 41) en Jean Paul de Bruijn versloeg Martien van der Spoel (40-28 in 26). Met de vier gelouterde spelers (Jaspers, De Bruijn, Burgman en Van Erp) ging het in de avonduren naar de apotheose, waaruit de Zeeuwse leeuw als winnaar tevoorschijn kwam.