Logonieuwstvcommunitystore

Game IconDriebanden

Dick Jaspers met nieuwe missie naar World Cup in Suwon

27/08/2011

Publicado por frits bakker

commentlinktwitterfacebook
thumbnail
© © Frits Bakker
Dick Jaspers, met de wereldtitel en Europese titel ook grote kanshebber voor World Cup in Suwon.

KAPELLE – Wie wil er in deze dagen voor de World Cup in Suwon niet met Dick Jaspers op de foto? Wie wil er geen handtekening van de Nederlandse, Europese, wereldkampioen en onbetwiste nummer één van de wereld in de volle zaal van De Vroone in Kapelle, waar Jaspers een paar dagen voor zijn vertrek naar Korea voor een demonstratie was uitgenodigd?

Het applaus was voor hem, het publiek, meer dan honderd man, kwam voor hem en hij gaf ze wat ze wilden zien. Veel hoogstandjes, veel spectaculair driebanden en een vleugje artistiek en magie in een entourage waar biljarten tot zijn volle bloei komt.

Dinsdag vertrekt hij naar Korea met een nieuwe missie: een gooi doen naar zijn eerste World Cup zege in dit seizoen. Daarna blijft hij nog een week in Seoul om onder andere met Dani Sánchez, Eddy Merckx, Torbjörn Blomdahl en Tayfun Tasdemir een vriendschappelijk toernooi te spelen.

Jaspers verdedigt in Suwon de nummer één positie in de wereld, in een veld met alle topspelers. De ambitie vooraf is net als altijd, want de Nederlander speelt altijd en overal om te winnen, of het nou de Agipi Masters zijn, een World Cup, een kleiner toernooi, een groot kampioenschap of een wedstrijd met z’n team in de competitie. ,,Het is alleen de spanning die vaak het verschil maakt in grote en belangrijkste kampioenschappen. Dat voelt elke speler, ook al heb je nog zo veel ervaring.’’

De successen in de twee World Cups tot nu toe (Trabzon en Matosinhos) waren wat minder dan op het wereldkampioenschap in Lima en het Europees kampioenschap in Porto, waar de Nederlandse vlag in top werd gehesen en Jaspers op het hoogste podium stond. ,,Mijn beste jaar ooit is het nog niet’’, haast hij zich te zeggen. Want wat te zeggen van 1997, toen hij in drie van de vier finales van de World Cups stond en voor het eerst de wereldbeker won? Of van 2008 toen hij vier van de zes World Cups won? ,,Het is wel speciaal, twee van die prachtige toernooien in één jaar winnen. En het zijn ook nog eens de mooiste titels om te winnen. Toen ik mijn eerste World Cup won, dachten de mensen dat ik wereldkampioen was geworden. Ik zei, nee, zo is dat niet in biljarten, een World Cup is geen wereldkampioenschap.’’

Die mondiale titel heeft hij nu weer eens op zijn palmares gezet, voor de derde keer in zijn carrière. ,,Het blijft het mooiste wat er is, ik ben er altijd eerlijk in geweest, het winnen van individuele kampioenschappen zijn hoogtepunten in je carrière die je nooit meer vergeet. Ik heb dit jaar in de Nederlandse competitie een prachtig record gemiddelde gespeeld, maar een individuele prestatie heeft nog altijd een hogere prioriteit.’’

Twee weken na zijn wereldtitel reisde hij weer naar Zuid-Amerika voor een toernooi in Argentinië, dat gewonnen werd door Frédéric Caudron. ,,Het was ook weer heel bijzonder, een terugkeer naar Buenos Aires, dat een magische klank heeft met zijn vroegere kampioenen en organisaties van wereldkampioenschappen, ook al is het wat afgegleden in de laatste jaren.’’

Het wereldkampioenschap in Peru had wel weer een zekere grandeur. ,,Ik had er meer publiek verwacht, eerlijk gezegd, maar als winnaar heeft het ook weer een onuitwisbare indruk op me gemaakt.’’

Zeker ook door de zinderende, adembenemende finale tegen Marco Zanetti, het sluitstuk van het toernooi, met twee tegenpolen aan het biljart: de één altijd onverstoorbaar, nooit uit zijn concentratie te krijgen, met dat ene grote doel voor ogen: goud halen. De ander met dezelfde gedrevenheid, met zijn explosieve karakter, zijn zuidelijke temperament.

Over die finale werd nog lang over nagepraat, niet in het minst door de botsing van twee culturen en het soms nogal zonderlinge gedrag van Zanetti aan de tafel. Jaspers: ,,Marco stoorde zich al na een paar beurten aan het rumoer, waardoor hij zich niet kon concentreren, zei hij. Hij heeft de partij stil laten leggen, want hij wilde een optimale sfeer, maar er was ergens in het land een voetbalwedstrijd bezig die op een tv in de gang werd vertoond. Ik ben op zo’n moment professional, ik wil gewoon spelen, maar ik kan wel begrijpen dat hij zijn concentratie niet wil kwijtraken.’’

Dick Jaspers maakt er geen geheim van. ,,Marco is wie hij is, met soms rare trekjes aan het biljart. Hij denkt misschien dat spelers zoals wij, zoals Merckx en Caudron zelfs ook, weinig charisma hebben en saaie spelers zijn, maar wij proberen gewoon altijd correct te blijven en toch ook attractief te spelen. Nederlanders en Belgen zijn nu eenmaal anders. Als ik Marco zo zie opspringen tijdens de finale en rare bewegingen maken, dan denk ik, wil hij zijn tegenstander nu uit zijn spel halen of is het om aandacht te trekken? Ik zou zoiets nooit kunnen doen. Het publiek zou wel denken: zou die Jaspers iets verkeerds gedronken hebben?’’

Maar eigenlijk doet het hem niets, het gedrag van zijn tegenstander. Jaspers speelde ook in die finale zijn eigen spel. ,,We hebben wel vaker vervelende dingen van Marco gezien de laatste jaren, veel mensen hebben om die reden een hekel aan hem gekregen, maar vergeet niet dat hij een fantastische biljarter is. De straf die hij van de UMB heeft gekregen, heeft hem getergd en misschien ook wel beter gemaakt. Marco zal altijd een speler blijven die zijn emoties laat gaan. En na de partij, toen ik had gewonnen, was hij uiterst sportief, zoals hij na een wedstrijd altijd is. We moeten accepteren dat elke speler zijn eigen karakter heeft. Ik hou daar wel van, ik laat iedereen in zijn waarde.’’

Het nieuwe jaar, waarvoor hij staat, wordt een apart jaar, omdat hij voor het eerst sinds jaren niet in de Nederlandse eredivisie speelt. Het conflict over het spelen van play-offs met de hoogste vier geëindigde teams heeft een breuk veroorzaakt tussen de bond en de veelvoudige kampioen en bekerhouder Van Donge en De Roo, waarvoor niet alleen Jaspers, maar ook Torbjörn Blomdahl, Martin Horn en Jean van Erp spelen.

,,We hebben op advies van de sponsors besloten om ons niet in te schrijven als het systeem zou worden gehandhaafd. Wij zijn faliekant tegen play-offs, omdat we al jaren met een ruime voorsprong eindigen in de competitie en toch nog met vier teams voor het kampioenschap moeten spelen na afloop. Dat is een soort vervalsing van de competitie, vinden wij.’’

Jaspers vindt dat de competitie toch al veel te lang duurt voor spelers zoals hij, met een vol programma in World Cups, kampioenschappen, toernooien en in andere landen. ,,Ik kan me voorstellen dat andere spelers, die geen internationaal programma hebben, zeggen: ik ga lekker 22 zondagen biljarten. Voor topspelers zoals wij zijn ligt dat anders. Ik pleit voor minder weekends, bijvoorbeeld voor een competitie die in poules van zes wordt gespeeld en daarna in een finale-weekend wordt beslist. In elk geval moet de eredivisie na 25 jaar maar eens dringend op zoek naar een andere vorm.’’

Voor Jaspers zelf blijft er nog genoeg over in andere competities. Hij speelt in België (BC Deurne), Duitsland (Magdenburg), Frankrijk (Andernos) en Portugal (FC Porto). ,,Het is al druk genoeg met alle weekends, waarin we internationaal spelen. Ik heb twee schoolgaande kinderen, die willen hun vader ook nog wel eens zien, al wil ik dat nog niet als excuus gebruiken. Ik ben gewoon teleurgesteld in de bond en hoop dat ze in de toekomst meer rekening met de internationale spelers gaan houden.’’

Tot slot vindt Dick Jaspers niet dat de Europese bond (CEB) als bedenker van een nieuw speelsysteem (partijen naar 40 caramboles met een tijdslimiet van 40 seconden) in het belang van de biljarters en het publiek heeft gehandeld. ,,Kortere partijen vind ik goed, minder tijd om af te stoten niet. Ik ben een sportman, ik denk in de eerste plaats aan kwaliteit. Ik weet het, er worden soms vreselijk lange vijfsetters gespeeld, maar als twee topspelers tegen elkaar spelen, straks over veertig caramboles, dan duurt een partij echt niet langer dan een uur en een kwartier.’’

,,Ik wil niet eeuwig zeuren’’, zegt Jaspers. ,,Maar ik denk aan de kwaliteit van het spel, die tien seconden minder bedenktijd, heeft geen enkele toegevoegde waarde. Wij weten wel hoe we onze sport moeten verkopen. Ik ga niet vier keer rond de tafel lopen als een bal goed maakbaar is, maar als een partij straks gruwelijk spannend is, dan wordt de klok de grootste vijand. Dat is niet goed voor onze sport en het is bewezen dat het ook niet tot grotere aantallen toeschouwers heeft geleid.’’

 

Comentarios