Logonieuwstvcommunitystore

Game IconDriebanden

Een stootbeeld is geen staartdeling

30-10-2015

Gepubliceerd door bert van manen

commentlinktwitterfacebook
thumbnail
© Kozoom

Rugbyers hebben het maar makkelijk. Biljarters, die weten pas wat pijn lijden is. Wij hebben geen team om ons in te verschuilen. Geen coach, geen mecanicien, geen caddy, geen dubbelspelpartner. Er is niemand om op terug te vallen. Als we het verprutsen, zijn er nooit goede excuses, alleen een boel slechte.   

We staan daar moederziel alleen te dansen, op dat koord. En het is eng. Daarom zoeken biljarters naar houvast. De matchtafel is een jungle, en het is doodvermoeiend om er de weg te vinden. Had je maar een kompas, een Tom-Tom. Een pijl om de richting aan te geven. Waar mik je op, waar stoot je af. Wat zou het heerlijk zijn als er instructies waren voor alle denkbare posities. Een handleiding voor driebanden, dat is wat je nodig hebt. Een SYSTEEM!       

Het grote woord is gevallen. Al een eeuw zoeken we ernaar: de heilige graal van het driebanden, een systeem. Uiteraard heeft niemand het ooit gevonden, want het bestaat niet. Iedere tafel is verschillend, en wat op de ene tafel waarheid is, is op de andere een leugen. Dat neemt niet weg dat er goede pogingen gedaan zijn om de regenboog te grijpen en in een doosje te doen. Er zijn boeken vol diagrammen verschenen, en indrukwekkende computeranimaties gemaakt. Stephen Hawking zou beroerd worden van het rekenwerk, maar de bedenkers van de systemen slaan soms de spijker op z'n kop.

En soms slaan ze de plank volledig mis. In dit artikel ga ik even voorbij aan het nut van de systemen en hun educatieve waarde, om de aandacht te vestigen op de ergerlijke flauwekul waar je tegenwoordig op biljartsites over struikelt. De getoonde diagrammen komen van vijf verschillende makers, maar er zijn er nog veel meer.  Ik noem de bronnen niet, en heb ook de originele lay-out niet gebruikt, want deze liefhebbers doen waardevol werk voor onze sport. Maar het is mijn taak om de 0.4 speler, de 0.6 speler en zelfs de 0.8 speler te waarschuwen dat hij het risico loopt trainingstijd te verspillen, en - erger nog - zijn natuurlijke gevoel voor de looplijnen te beschadigen als hij zich laat verstrikken in dit web van vierkantsvergelijkingen met ronde ballen. 

Diagram 1

1) Omdat het nooit voorkomt. Ik heb er 34 seizoenen competitief driebanden opzitten, en ben dit probleem misschien twee keer tegengekomen. Als je het een leuk diagram vindt: leer dan de nummering en de bijbehorende formules uit je hoofd, oefen het op je eigen tafel, en doe er je voordeel mee in 2031. Op een heel andere tafel.  

Diagram 2

2) Omdat voor dit figuur het verschil tussen tafel X en tafel Y niet twee of drie punten is, maar kan oplopen tot anderhalve diamond. Afstoot, snelheid, conditie van de ballen: het kan deze lijn zomaar 6 punten langer maken, of 12 punten korter. Bij het inspelen een paar figuren met kerend effect spelen, DAT helpt, daar heb je wat aan. Een "systeem" voor dit figuur uit je hoofd leren, dat is tijdverspilling.

Diagram 3 

3) Mensen, we zijn toch niet blind? Als je dit stootbeeld in een partij voorgeschoteld krijgt, en je gaat sommetjes maken, dan (het spijt me) is er geen grote toekomst voor je in de driebandensport. Mijn tante Thea, die nog nooit heeft gebiljart, zal je zonder moeite de juiste plek op de eerste band aanwijzen.

Diagram 4   

4) Omdat de (ontzaglijke) moeilijkheidsgraad van dit stootbeeld niets te maken heeft met de diamonds. Discipline, afstoot: dit is 80 % techniek, 19 % durf en 1 % kennis. En ook als je dat allemaal hebt, ga je deze bal nog steeds vaker missen dan maken. Het correcte punt op de linker korte band en de onderste lange band weten, dat is leuk maar je schiet er niet veel mee op.  

Diagram 5

5) Omdat geen enkele driebandenspeler met enig benul van het spel deze oplossing zou spelen. Het is misschien lollig als rekenoefening in de studeerkamer. Maar in een wedstrijd kies je voor de grootste trefkans en de laagste moeilijkheidsgraad.

Is het je overigens opgevallen hoe in de wereld van de diagrammenmakers bal 2 en 3 steevast netjes naast elkaar liggen? In mijn wedstrijden liggen ze altijd 30 cm van elkaar, niet 5.  

Als ik per ongeluk aangesteld werd als bondscoach van (bijvoorbeeld) Schotland, dan zou ik al die 12 tot 18-jarige talentjes laten opbloeien tot 0.800, met een betrouwbare afstoot en een goed ontwikkelde driebandenintuïtie, voor ik ze ooit zou blootstellen aan de sommetjes.  

Om ieder misverstand te voorkomen: de vijf getoonde diagrammen zijn geen representatie van  "een diamond systeem, met gezond verstand".  De Eflers, van Kuyks en Tüzüls hebben genoeg aan de tafel gestaan om te weten wat er gebeurt. Ik heb deze selectie gemaakt om te laten zien waar de rekenmeesters de realiteit van onze sport uit het oog verliezen. Blijf kritisch: ook op z'n best heeft een diamond systeem twee dimensies, en het spel heeft er drie. Het kan niet vaak genoeg gezegd worden:  

"Natuurkundige wetten bepalen hoe een biljartbal rolt. Wiskundige wetten spelen geen enkele rol."

 

Commentaren