Logonieuwstvcommunitystore

Game IconDriebanden

Heeft Caudron een coach nodig?

18-11-2018

Gepubliceerd door bert van manen

commentlinktwitterfacebook
thumbnail
© © Kozoom

Het korte antwoord op die vraag is: nee. Hij is de nummer éen van de wereld, en in de afgelopen tien jaar heeft hij meer grote toernooien gewonnen dan wie ook. Kortom, hij doet het op eigen kracht niet verkeerd.

Er is ook een wat langer antwoord op dezelfde vraag, en dat begint met: misschien... Maar laten we eerst eens kijken naar de huidige situatie in driebandenland. Geen enkele topspeler heeft een eigen coach. Daar zijn we aan gewend, we vinden dat normaal, maar dat is het niet. Iedere top-tennisser, golfer, schaatser, skier, turner heeft een coach. De voor de hand liggende reden dat driebandenspelers er geen hebben, is dat hun inkomen het simpelweg nooit toeliet.

Maar er is ook een minder zichtbare, een achterliggende reden. Het zit niet in de cultuur van onze sport. Veel spelers zouden zich generen om te zeggen dat ze worden gecoached, het zou bijna inhouden dat ze toegeven mentaal problemen te hebben. Driebanden vergt weliswaar geen spierballen, maar het heeft wel een "macho" cultuur. Is het je wel eens opgevallen hoe weinig biljartende homo's voor hun geaardheid uitkomen? We zijn nog erger dan voetbal, denk ik. En als je de term "sportpsycholoog" ook maar in de mond neemt, staat er direct iemand klaar met een spottend commentaar. Onze sport is, spijtig genoeg, een beetje ouderwets in dat opzicht, en een beetje dom. We moeten maar eens de 21e eeuw instappen, net als de rest van de wereld, en ophouden ons te gedragen als KERELS die nooit ergens hulp bij nodig hebben.   

Met "Caudron" bedoel ik dus eigenlijk alle biljartprofessionals. De meesten van hen zijn in feite hun eigen coach, al 10, 20 of 30 jaar lang. Coaching is wel degelijk een onderdeel van het driebanden, maar de topspelers doen het zelf. En het is een heel ander vak dan goed biljarten. De spelers die de top haalden en zich daar jarenlang wisten te handhaven, konden beide taken goed aan. De namen zijn eenvoudig genoeg in te vullen: Zanetti, Blomdahl, Jaspers, Sánchez, Caudron, Merckx en nog een paar. Maar we hebben ook spelers zien opkomen, barstend van het talent, die van het zelf-coachen niets terechtbrachten, en daarmee hun eigen carrières om zeep hielpen. Noem zelf de namen maar.   

Wat zou een coach eigenlijk kunnen betekenen voor Caudron? Zijn techniek is toch perfect, hij heeft alle kennis van het spel, zijn tactisch inzicht is toch van het hoogste niveau? Voor je die vraag stelt, moet je dit eens in overweging nemen: Ronnie O'Sullivan, die wereldwijd beschouwd wordt als het grootste natuurtalent in de keusporten, liet recentelijk weten dat hij gaat samenwerken met het SightRight team, een coaching bureau dat eerder snookerkampioen Mark Williams weer terugbracht naar de top. Bewegingsexpert Steve Feeney gaat O'Sullivan helpen met de "mechanics" (correct staan en mikken), en sportpsychiater Steve Peters gaat hem begeleiden op het mentale vlak.   

Als Ronnie O'Sullivan, een genie met vele miljoenen aan prijzengeld op de bank, niet te groot is om toe te geven dat experts van buitenaf hem kunnen helpen beter te spelen, waarom zouden driebandenspelers er dan geen baat bij kunnen hebben? Coaching heeft verschillende gezichten, en iedereen heeft zo z'n zwakke plekken. Sommige spelers zouden hun houding en afstoot kunnen perfectioneren met behulp van een coach, anderen zouden begeleid moeten worden in hun stootbeeldkeuze en de correcte balans tussen aanval en verdediging. En, last but not least, veel spelers zouden kunnen leren beter om te gaan met stress, zenuwen, overconcentratie, faalangst en wedstrijddruk.  

Voor je daaraan ook maar kunt beginnen, moet je eerst toegeven dat die vaardigheden niet verankerd liggen in je DNA, maar dat ze trainbaar zijn. Het is mentale spiermassa, en die kun je opbouwen. Opnieuw zit onze macho-cultuur hier in de weg. We plakken al tientallen jaren spelers een label op: mentaal sterk, of mentaal zwak, en vaak lopen ze een leven lang rond met dat brandmerk. Het is wel eens terecht: sommige spelers maken jaar in, jaar uit mentaal dezelfde fouten. Maar soms is het ook onterecht en nodeloos kwetsend: er zijn spelers die mentaal groeien. Toch wordt bij iedere partij die ze met klein verschil verliezen meteen geroepen: "hij is geen winnaar". Een coach kan iemand helpen een winnaar te worden.    

Er valt nu meer te verdienen in het driebanden dan ooit, en investeren in coaching is nog niet zo'n slecht idee. Ik zie de generatie vijftigers niet direct te rade gaan bij een bewegingsspecialist om hun houding en afstoot drastisch bij te stellen, daar zijn ze, oneerbiedig gezegd, gewoon te oud voor. Maar de jongere lichting topspelers zou wel gek zijn als ze allemaal opnieuw proberen het wiel uit te vinden, zoals TB en MZ. Ze doen er verstandig aan om het voorbeeld van O'Sullivan te volgen, en naar deskundigen te luisteren. Spanje heeft nu al een voortrekkersrol, met hun biljartacademie. Ik heb onlangs een partij van David Martinez van dichtbij kunnen bekijken, en ik was onder de indruk van zijn spel. Het was overduidelijk te zien dat hij al jaren goed begeleid is.  

De nationale federaties weten wat ze te doen staat: optimaal gebruik maken van de kennis en ervaring van hun ex-topspelers. Quetglas in Spanje, Burgman in Nederland, Kühl in Duitsland, Stroobants in België, ik noem er voor de vuist weg een paar die hebben bewezen dat ze ook kunnen lesgeven. Dergelijke mannen kunnen jonge spelers voorbereiden op de harde leerschool die komen gaat: de kwalificatierondes van World Cups. Willen ze daar een kans hebben, dan moet tenminste de basis van hun spel gezond zijn, hun techniek verzorgd, hun mentaliteit positief.    

Wil je in 2019 iets gaan betekenen in het internationale driebanden? Wil je Myung Woo Cho partij kunnen geven? Als je jong bent, en getalenteerd, zoek dan een coach.  

 

Commentaren