Logonieuwstvcommunitystore

Game IconDriebanden

Hoe speel je een vijandige wedstrijd?

25-12-2016

Gepubliceerd door bert van manen

commentlinktwitterfacebook
thumbnail
© © Kozoom

De Kozoom lezers hebben samen een schat aan ervaring. Hun speelsterkte loopt misschien uiteen van 0.200 tot 2.000, maar allemaal hebben ze wel eens wedstrijden gespeeld  in een minder prettige sfeer. Soms botert het niet tussen jou en je tegenstander. Als je ze ernaar zou vragen, dan krijg je -denk ik- drie soorten reacties.  

a) Tegen X kan ik niet biljarten. Ik kan m'n eigen spel niet spelen. Of het nou komt door hoe hij speelt, of door wie hij is, ik weet het niet. Hij is niet echt veel beter dan ik, maar ik haal nooit mijn eigen niveau tegen die man. Omdat ik het zo'n eikel vind. Ik verlies altijd van hem.

b) Dat vind ik heerlijk. Tegen Y ben ik altijd superscherp. Hij speelt niet veel minder dan ik, maar ik kan tegen hem iets extra's, omdat ik het zo'n eikel vind. Ik win altijd van hem.   

c) Maakt niks uit. Het gaat toch om hoe je zelf speelt, en of de ballen een beetje willen rollen voor je.  Niemand kan er eventjes zeven maken omdat hij een hekel aan z'n tegenstander heeft. En je gaat ook niet boven je kunnen spelen omdat de sfeer zo prettig is.    

Ik moet het met alle antwoorden eens zijn: ze zijn stuk voor stuk waar. Soms laat je je uit je spel halen door een tegenstander: dat is een zwakte waar je aan moet werken. Of je bent van de eerste tot de laatste minuut geconcentreerd, omdat je van HEM zo vreselijk graag wilt winnen. In dat geval moet je je afvragen: waarom heb ik die focus niet ALTIJD?  En er komt een moment waarop je inziet dat die aanvangsstoot vreselijk moeilijk is vanwege de positie van de ballen, en dat het absoluut niet uitmaakt wie ze daar heeft neergelegd.  

Feit: er zijn maar heel weinig spelers die zich echt onbehoorlijk gedragen aan tafel. Met de overgrote meerderheid van de biljarters is prima te leven. De één speelt liever tegen Jantje, de ander kan beter met Pietje overweg. Maar het is als in het verkeer: iemand heeft soms een rijstijl waaraan je je ergert, zelfs al rijdt hij niet door rood.  

Al heb je het zelf niet in de gaten, misschien is JOUW rijgedrag wel ergerniswekkend voor iemand anders. Dat is aan tafel net zo.

De interactie tussen twee spelers is deel van de wedstrijd. Die vindt niet alleen plaats op het laken: de ruimte rond de tafel speelt ook een rol. Sommige spelers hebben een agressieve lichaamstaal, ze willen het alfa-mannetje zijn. Of ze nu naar de tafel toegaan of ervandaan komen: ze hebben altijd voorrang. Een positie rustig bekijken doen ze het liefst exact tussen jou en de tafel in, en dan op zo'n manier dat je moet schuiven in je stoel om ruimte te maken.  "Ik sta hier te biljarten, jij bent toeschouwer." Dat is hun boodschap.  Als je er gevoelig voor bent, kan dat je onzeker maken.  

Er zijn ook spelers die zich bewegen als een nerd in een sporthal. Maar hun ogenschijnlijke respect voor de meer gespierden is nep. Ze weten dat ze op eigen terrein zijn. "Ja, jij bent een stuk groter dan ik, en misschien ook nog wel knapper en rijker. Maar daar heb je allemaal niks aan, zo dadelijk." Met een keu in hun hand zijn ze voor niemand bang, en dat is terecht. Serietje van vijf, onmaakbare positie achterlaten en dan gaan zitten met zo'n pokerface. Nou mag jij. Biljart-nerds zijn levensgevaarlijk.  

Hoe gaan de topspelers ermee om? Zoals gewoonlijk is het antwoord: beter dan wij. Vaak is hun onderlinge relatie goed, en er zijn zelfs echte vriendschappen. Maar ook conflicten, oud zeer en ergernis zijn een onderdeel van hun professionele leven. Je kunt nu eenmaal niet IEDEREEN aardig vinden. Er komt een moment waarop een collega topspeler iets doet wat je niet zint. Als je erdoor gaat missen, dan doet ie het de volgende keer weer. Misschien ruiken anderen ook zwakte.  De enig juiste tactiek: laat de arbiter zorgen dat de spelregels worden nageleefd, en negeer al het overige.   

Op het gedrag van onze sterspelers is maar zelden iets aan te merken. We hebben  natuurlijk graag commentaar op iedere emotie aan tafel, maar er gebeurt bijna nooit iets dat niet door de beugel kan. Geen Diego Maradona's die scoren met de hand er nog trots op zijn ook, geen Lance Armstrongs die een hele carrière bouwen op bedrog.  TB en DJ spelen al 30 jaar om grote (geld)prijzen, ze hebben elkaar meer pijn gedaan dan Ali en Foreman. Maar allebei zijn ze er rotsvast van overtuigd dat de ander zal gaan zitten op een tweebander.  

In Bordeaux was Merckx in zo'n situatie. Hij dacht eerlijk dat hij het punt gemaakt had, maar de video liet later zien dat het een tweebander was. Hoe woedend was Raimond Burgman, zijn tegenstander? Helemaal niet dus. Burgman liet na de partij weten dat hij ook dacht dat het punt goed was, en daarmee beschermde hij Eddy tegen iedere verdenking van onsportief gedrag.      

Als je op zoek bent naar rolmodellen, dan heb je ze in onze sport voor het uitkiezen.   

 

Commentaren