Logonieuwstvcommunitystore

Game IconDriebanden

Hoeveel levens heeft Blomdahl nog over?

11-12-2015

Gepubliceerd door bert van manen

commentlinktwitterfacebook
thumbnail
© © Kozoom

Hurghada staat voor de deur, maar ik wil toch nog even napraten over Bordeaux. De moyennes waren niet fantastisch in dit wereldkampioenschap. Zelfs de finale was niet van de hoogste kwaliteit. Maar zowel het toernooi als de beslissende partij tussen Dong Koong Kang en Blomdahl werden gered door de spanning: die was onbeschrijflijk.

Er zijn wel mensen die driebanden gaan kijken om iets op te steken. Maar er zijn er meer die gewoon vermaakt willen worden. Bordeaux, Blomdahl en Kang boden dat ruimschoots. Wat gaan de toeschouwers onthouden? Torbjörn's serie van zes in de gelijkmakende beurt, uiteraard.  

Zes in de nabeurt is niet echt iets bijzonders, als je net 40-22 of 50-29 hebt verloren. Dat gebeurt elke dag wel ergens.  Philipoom verloor ooit 50-31 van Ceulemans (in 1999) en maakte er 18 in de nabeurt. Caudron deed hem dat na, hij verloor 40-21 van Merckx (2008) en maakte er ook 18. Het record staat op naam van Tasdemir (2008), die met 50-26 verloor van Tijssens en er 21 bij deed.

Een zes maken in je nabeurt als je er nog zes moet, dan verdien je wel applaus want je stond onder druk. Zes is niet onoverkomelijk veel,  een topspeler rekent ten minste op drie punten als hij z'n acquit een beetje fatsoenlijk raakt. In Bordeaux maakte Zanetti gelijk met zeven tegen Xuon Cuong Ma, en Sanchez maakte er zelfs acht tegen z'n maatje Legazpi. Jelle Pijl maakte ooit gelijk met 13 (tegen Weijenburg in 1998), en Francis Forton (2012) kwam ook tot 13. Het record voor een succesvolle nabeurt staat sinds kort op naam van Dion Nelin (2015) met 15.

Een serie van zes in de nabeurt, als je er nog zes moet, in de finale van het wereldkampioenschap? Dat is echt bijzonder, dat is een mentaal huzarenstukje. Er is geen moment te bedenken in de carriere van een driebandenspeler  waarop de druk hoger is. Eén beweging van je keu bepaalt je wat er voor altijd in de recordboeken zal staan. Als je de bal niet zo best raakt maar je maakt het punt, ben je een held. Als je hem goed raakt maar je mist, staan er duizend "kenners" klaar om je het etiket "mentaal zwak" op te plakken.

Onder druk gaat er van alles mis met je: je hartslag loopt op, de adrenaline giert door je lichaam, je zenuwen staan strak, je kunt niet meer geordend nadenken. En denk niet dat de geroutineerde Zweed daar geen last van heeft. Blomdahl, die de naam heeft zo koel te blijven op de beslissende momenten, had er het volgende over te zeggen, een paar dagen na de finale:

"Ik herinner het me niet eens scherp. Ik was er bij, maar eigenlijk ook niet. Iemand anders stond die laatste punten te spelen, en gelukkig waren ze makkelijk".

Zo'n beschrijving van de slotfase van een wedstrijd had ik eerder gehoord. Snookerlegende Steve Davis vertelde in een documentaire hoe en waarom hij een makkelijke pot op zwart miste in de finale van het WK 1985 tegen Dennis Taylor. "Ik had urenlang alles gegeven wat ik in me had, en ik was leeg. Ik liep met mijn hoofd in de mist. Ik deed alsof ik een snookerspeler was die een finale stond te spelen, maar dat was ik niet meer. Ik was een zombie, ik had mijn eigen naam niet meer kunnen spellen". 

Blomdahl was niet zo ver heen als Davis, die twee lange dagen aan de tafel had gestaan voor 35 frames. Maar ook de zenuwen van de Zweed waren zwaar belast. Hij ging als een kat met negen levens door het WK. Eerst overleefde hij een thriller tegen Jae Ho Cho, die misschien wel had moeten winnen. Daarna produceerde hij een enorme comeback tegen Eddy Merckx. Het stond 29-21 voor de Belg, maar eindigde 35-40, mede dankzij een paar fabelachtige punten van Blomdahl: de 24e, 34e en 36e. Wat zouden wij hebben gespeeld, in die drie posities? Ik denk: iets anders.   

Na de winst op Merckx (die met 1.940 wel het hoogste toernooimoyenne had) kwam de finale tegen Dong Koong Kang. De Koreaan barstte van het zelfvertrouwen na zijn overwinning in de 40.000 Euro LG Cup, en ook in Bordeaux deed hij bijna niets verkeerd. Hij was maar in één partij in gevaar: tegen Yüksel werd het een benauwde 40-37. DKK maakte een jaar of zeven, acht geleden al indruk met zijn machtige afstoot, maar toen was hij nog een ongeslepen diamant. Nu speelt hij volwassen driebanden en is hij uitgegroeid tot een intimiderende tegenstander. In de finale was hij lange tijd de betere speler: 37-24 voor de Koreaan.  

We weten allemaal hoe het afliep voor DKK: hij miste een schietje. Ik denk dat het ongeveer zo gegaan is: a) Kang weet dat hij met een tweetje niet gaat winnen, hij mikt op vier of vijf punten, minstens. b) Hij heeft een mooie positie voor het tweede punt, maar er zit wel een gaatje achter de gele. Tussen de drieband en de vierband in zit een kans op mis. c) Het beste vervolg krijgt hij met een halfdikke carambolage op geel van vier banden. En daar zijn ze, de drie redenen om in de kuil te vallen. Hij legde aan en dacht: "Niet eromheen". Het was de duurste negatieve gedachte in z'n loopbaan.  

Blomdahl raakte zijn acquit niet bijzonder goed, maar hij dacht bij het tweede punt wel positief. Hij zag het patroon (kort-lang-lang met hoogte), verspeelde geen tijd en maakte het punt. Was het een semi-artistieke bal, een stukje gallery-play? Nee. Het was gewoon verreweg de meest kansrijke oplossing, en het leverde hem de wereldtitel op.   

 

TB 24th Bordeaux 

Rood net uit de klos met wit, daarna geel net uit de klos met rood. Heel moeilijk punt.  

TB 34th Bordeaux 

In werkelijkheid heeft de speelbal een curve, tussen de eerste en tweede lange band. 

TB 36th Bordeaux 

Ziet er makkelijk uit, is het niet. Veel hoogte zorgt voor de afslag van rood naar de derde band. 

 

 

Commentaren