Driebanden
AMSTERDAM – Zonder Dick Jaspers en Jean van Erp, die andere verplichtingen hebben, is dit weekend de Grand Prix van Osdorp van start gegaan. Raimond Burgman, de winnaar van de eerste Grand Prix in Rosmalen, is opnieuw een van de kanshebbers. De Nederlandse nummer twee na Jaspers speelt in de voorronde poule met Tom Beemsterboer en twee spelers die zich nog moeten kwalificeren. Ad Koorevaar, Jean Paul de Bruijn, Jan Arnouts, Martien van der Spoel, Dave Christiani, Glenn Hofman en Barry van Beers zijn de andere reekshoofden.
Het hoofdtoernooi in Biljart en Dartcentrum Osdorp start woensdag, de finale is zaterdag om 15.30 uur.
Raimond Burgman kijkt terug op een van de mooiste periodes uit zijn loopbaan. Hij won het Kersttoernooi in Zundert, was tweede in de Masters na Dick Jaspers, werd in België kampioen met zijn team en promoveerde naar de hoogste klasse, won de Grand Prix van Rosmalen, werd tweede op het Europees kampioenschap na Filipos Kasidokostas en werd kampioen van Nederland met A1 Biljarts.
Zelfs de anders zo nuchtere Raimond Burgman neemt woorden in de mond als ,,ongelooflijk en super’’ als hij op dit voorjaar terugkijkt. ,,Ik ben nooit weggeweest hoor, maar dit is wel een mooie bevestiging van mijn kwaliteiten.’’
Raimond Burgman, in de week van de Grand Prix van Amsterdam, een interview.
Frits Bakker: Wat maakt jou zo sterk dit jaar en waar komt opeens die progressie vandaan?
Raimond Burgman: ,,Het ligt vaak allemaal heel dicht bij elkaar, net winnen of net verliezen. Voor mij loopt het dit jaar vanaf het Kersttoernooi heel lekker. Daar krijg je vertrouwen van, maar ik kan niet zeggen dat ik nu opeens veel beter ben gaan spelen. Ik ben een degelijke, constructieve speler, al jaren. Ik speel zelden een partij van vier gemiddeld en ook zelden van 0.800. Het schommelt altijd tussen 1.400 en 1.500 met uitschieters naar boven.’’
FB: Het heeft wel alles met vertrouwen te maken: na het Kersttoernooi stond er een andere Burgman aan het biljart, die van niemand bang was.
RB: ,,Je ziet het ook aan topspelers, de vorm gaat wel eens op en neer. Kijk maar naar Torbjörn Blomdahl, die een paar mindere jaren heeft gehad, maar nu weer helemaal terug is aan de top. Ik heb dat gevoel al vanaf het Kersttoernooi en heb ook net dat beetje geluk op goede momenten. Het Europees kampioenschap was een mooi voorbeeld. Ik speel tegen Martin Horn in de halve finale, ik speel op een belangrijk moment twee ballen miraculeus achterom, hij krijgt de kans om uit te maken, maar hij mist. En daarna win ik die partij en sta in de finale. Was dat niet gebeurd, dan had iedereen gezegd: halve finale, leuke prestatie, maar nu de finale spelen, dat klinkt toch veel mooier.’’
FB: Kreeg je kansen om Kasidokostas te verslaan in die finale?
RB: ,,Als je de partij nog eens terugkijkt misschien wel. Ik speel in de vijfde beurt een bal in de hoek op een millimeter mis. Filipos maakt vijf en loopt naar 15-10, daarna maakt hij op een moeilijke bal weer vijf en wordt het 20-10. En in de tweede helft van de partij was hij beter dan ik. Dus een verdiende winnaar. Je moet ook een beetje loop krijgen in zo’n partij, Filipos had dat meer dan ik. Ik heb er hard voor geknokt, dus het was geen teleurstelling dat ik verloor.’’
FB: Mogen we zeggen dat je in een toernooi ook meer rust uitstraalt, meer dan toen je nog een horecazaak had en lange dagen maakte?
RB: ,,Dat speelt zeker mee, want als je tot ’s nachts in je zaak staat en de andere dag moet spelen, ben je niet echt topfit. Het vergt best veel van je fysiek, ik kan na een toernooi ook echt kapot zitten. Maar sinds ik elf jaar geleden de zaak heb weggedaan, ben ik alleen met biljarten bezig. Trainen, lesgeven, toernooien spelen. Dat voelt prettig, ik kan ontspannen aan een toernooi beginnen.’’
FB: Kun jij zeggen waar het vandaan komt: die degelijkheid in je spel, de technische vaardigheid. Ben jij een typische gevoelsspeler?
RB: ,,Dat komt natuurlijk omdat ik een opleiding heb gehad in alle disciplines. Tonny Schrauwen, de bondscoach in mijn jonge jaren, heeft daar een grote rol in gespeeld. Maar later, bij de omschakeling naar driebanden, ook Torbjörn Blomdahl, met wie ik toen in een team speelde. Hij heeft me er vaak op gewezen dat ik niet alles op techniek moest spelen, maar ook wel eens op snelheid en met andere oplossingen dan ik als kaderspeler gewend was. Dat heeft me veel verder gebracht als driebanden speler, dat zo veel anders is dan de andere disciplines.’’
,,Toch blijf ik zeggen: de ondergrond is belangrijk. Zeven van de tien spelers aan de top hebben een kader of bandstoot opleiding gehad. Daar kun je op terugvallen als het even wat minder loopt. Ik heb wel hulpmiddelen, ik speel ook wel volgens systemen, maar vaak op gevoel, omdat dat mijn speltype is.’’
FB: Het kampioenschap van Nederland met A1 Biljarts was een enorme verrassing. Hoe heb jij dat beleefd?
RB: ,,Het was een super weekend voor alle mensen rond ons team. Ik heb twee keer gewonnen met Crystal Kelly, maar dat is anders, daar hadden we een team dat top was in Nederland. Met A1 Biljarts waren we een van de twee outsiders met Holland Mineraal. En om dan kampioen te worden, dat geeft een fantastisch gevoel. Het is eigenlijk ongelooflijk: A1 wilde een paar jaar opbouwen en dan echt mee gaan doen. Als je dan gelijk het eerste jaar kampioen van Nederland wordt, dat voelt als een sensatie.’’
FB: De Grand Prix van Osdorp wordt je laatste kunstje voor de zomer?
RB: ,,Ja, deze week ga ik er nog een keer lekker tegenaan, daarna gaan we op vakantie met zijn tweetjes en gaat de keu een paar weekjes in het vet. We denken aan Mallorca, lekker uitrusten, opladen, dat heb je wel eens nodig. Het voorjaar heeft fysiek best veel kracht gekost. Ik ga weer een beetje energie tanken voor de rest van het jaar en vooral ook genieten van wat het jaar al heeft gebracht.’’