Logonieuwstvcommunitystore

Game IconDriebanden

Toernooimoyennes? Caudron is de specialist.

03-02-2019

Gepubliceerd door bert van manen

commentlinktwitterfacebook
thumbnail
© © Kozoom

In de traditionele Blankenberge week eerder dit jaar won Frédéric Caudron zijn negende Belgische driebandentitel. We zijn er zo langzamerhand wel aan gewend dat hij boven de 2 gemiddeld speelt, maar in dit kampioenschap deed hij er een schepje bovenop. 280 punten in 108 beurten, dat was 2.592 algemeen, een nieuw Belgisch record. Fenomenaal natuurlijk, en helemaal niet zo ver verwijderd van een wereldrecord. Daar gaan we wat nauwkeuriger naar kijken, in deze column.  

Eerst nog even een eervolle vermelding voor Eddy Merckx, die er 267 maakte in 110 beurten die week: 2.427 algemeen (inclusief een partij van 40 in 7!). Wat eten die twee mannen bij het ontbijt? Als ik daarachter kom dan neem ik het bij de lunch en het diner ook.  

De UMB heeft sinds 2016 een stelregel die zegt dat een toernooimoyenne alleen kan worden erkend als een record wanneer er tenminste vijf partijen zijn gespeeld. Dat is een uiterst zinnige voorwaarde, zoals we zo dadelijk wel zullen zien. Hier komen een paar spectaculaire toernooimoyennes die voor altijd officieus zullen blijven:  

2.666. Dick Jaspers in de Grand Prix van Veldhoven, in 2005. Hij had een bye in de eerste ronde, dus hij speelde maar vier partijen van 50 punten, en deed daar 75 beurten over.   

2.924. Zelden werd ergens zo sterk gespeeld als in de World Cup van Guri in 2015. Dani Sánchez won het toernooi en evenaarde het toenmalige wereldrecord van Torbjörn Blomdahl. De speler die in de halve finale werd uitgeschakeld, en over vier partijen die imposante 2.924 speelde? Dick Jaspers.   

3.000. Dit was een invitatie/ demonstratie toernooi in Tokyo. Blomdahl won, hij versloeg Umeda, Funaki, Cho en Sánchez in partijtjes tot de 30 en gebruikte maar 40 beurten voor 120 caramboles. Ook een wedstrijd te weinig dus, en bovendien doen we niet aan wereldrecords als er minder dan 40 punten gespeeld worden.  

3.076. Als je in de eerste ronde van een World Cup 40 punten maakt in 13 beurten, maar je tegenstander doet dat ook en je verliest de shootout, dan heb je een "algemeen" moyenne van 3.076 over dat toernooi. Een onwaarschijnlijk scenario is dat, maar het is toch echt een keer gebeurd (in Ho Chi Minh City in 2015). De pechvogel was... Dick Jaspers. Dat zoiets kan gebeuren maakt wel snel duidelijk dat het minimum van vijf wedstrijden zinnig is.  

Nu dan, de toernooimoyennes die wel officiële status kregen, of nog altijd hebben.   

2.324. Blomdahl vestigde dit record in 1995, en toen was het een grote sprong voorwaarts. Hij deed het in het Crystal Kelly toernooi, en verloor daar zowaar nog een partij (van Sang Lee). Hij maakte 344 punten in 148 beurten en versloeg Gieskens, Bitalis, Dielis, Zanetti, Ceulemans en Jaspers. 

2.384. In een invitatietoernooi in Emblem (bij Lier) maakte Caudron 360 punten in 151 beurten. Hij deed dat in zes partijen tot 60 punten, een wereldrecord in dat format. Probeer dat maar eens uit de boeken te krijgen! We spelen al niet vaak meer tot 50, en 60 is nog zeldzamer. Ik vind dit moyenne minstens vergelijkbaar met 2.600 in een toernooi tot 40 punten!

2.420. Ook de 2.420 is een geldend wereldrecord, en ook dit is in handen van Caudron. Het is de beste prestatie ooit in een World Cup in sets, gevestigd in Wenen in 2011. Fred won er van Legazpi, S.W. Choi, Sánchez, Cenet en Blomdahl. Zou ook een lang leven kunnen hebben.  

2.500. Marco Zanetti won de Europese titel in 2013, hij maakte er in Brandenburg 200 in 80 beurten in winstpartijen op Novak, Horn, Jaspers, Caudron en Rudolph. Wie herinnert zich NIET die halve finale tegen Caudron? Ik zit nog altijd na te hijgen, zes jaar later. Geen wereldrecord voor Marco, wel een Europees record.   

2.592. Caudron's Belgische titel in Blankenberge 2019.

2.622. Jaspers maakte er 299 in 114 beurten, in het Crystal Kelly toernooi van 2011. Hij verloor alleen van Kasidokostas (49-50). Dit is het huidige wereldrecord toernooimoyenne in een 50- punten format.   

2.739. Torbjörn Blomdahl was de eerste die een World Cup won met 200 punten in 73 beurten. Hij deed dat in 2013 in Peloponnese, Griekenland, en hij versloeg onderweg Forthomme, J.H. Heo, Q.C. Tran, Kasidokostas en Legazpi. 

2.739. Twee jaar later werd hij geëvenaard door Dani Sánchez, die in Guri 2015 ook 73 beurten nodig had voor 200 punten. De Spanjaard versloeg Coklu, D.K. Kang, Merckx, Jaspers en Tasdemir. Ik kon het niet laten om Dani een beetje te plagen: "De 2.739 van Blomdahl was beter dan die van jou." Dani kon er wel om lachen, maar hij wilde toch weten waarom. "Torbjörn had er een shootout bij, die won hij 3-2. Dus eigenlijk had hij er 203 in 74, goed voor 2.743."    

2.777. Nog eens twee jaar later gingen allebei die 2.739 scores uit de boeken. Dani won in Luxor waar hij achereenvolgens Nady, Coklu, Polychronopoulos, Tasdemir en Jaspers versloeg. Hij had 72 beurten nodig voor 200 punten, en zijn 2.777 is het huidige World Cup wereldrecord.

2.790. Opnieuw Fred. Dit is het wereldrecord toernooimoyenne in een 40-punten format, dus vergelijkbaar met World Cups. FC maakte er 240 in een Belgische Grand Prix in Dampremy in 2016. Als je kritisch bent, zeg je: in een World Cup is de tegenstand zwaarder. Daar staat tegenover: dit was wel een partij extra!   

Maken wij het nog mee, een toernooimoyenne boven de 3? Ik denk het wel. De vernieuwing van het World Cup format (meer partijen) zal het iets moeilijker maken, maar de topspelers zijn niet bang voor een paar extra caramboles. Ik denk dat de 2.777 van Dani een "makkelijker" te breken record is dan bijvoorbeeld de 50 in 6 van Merckx of de 40 in 4 van Jaspers. De barrière van 3.000 gaat er in de komende jaren aan, en ook een serietje van 30 zit er aan te komen. In 2023? Volgend jaar? Volgende week? Ik kan het bijna ruiken. 

 

Commentaren