Logonieuwstvcommunitystore

Game IconCarambole

Torbjörn Blomdahl (50): eeuwig durende liefde voor het biljart

22-10-2012

Gepubliceerd door frits bakker

commentlinktwitterfacebook
thumbnail
© © Harry van Nijlen/Kozoom
Torbjörn Blomdahl op het hoogste schavot: het fenomeen is terug van weggeweest.

BACKNANG – Wat Lionel Messi met zijn geniale acties is voor voetbalfans in de hele wereld, wat Roger Federer met zijn magistrale combinatie van kracht, snelheid en techniek is in het tennis en wat Alberto Contador voor wielersupporters is met zijn aanvalskracht en splijtende demarrages, is Torbjörn Blomdahl met zijn briljante spel, snelheid, grilligheid en onnavolgbare klasse voor de driebanden liefhebbers in de wereld.

De Zweedse biljarter, die deze week (26 oktober) vijftig jaar wordt, heeft in zijn jonge jaren niet de sport gekozen waarmee hij net als Messie, Federer en Contador vele miljoenen heeft verdiend. En net als zijn grote voorganger Raymond Ceulemans in het tijdperk van Johan Cruijff, Björn Borg en Eddy Merckx is hij nooit bewonderd door een miljoenen publiek.

Maar in hun tak van sport zijn ze vermaard, uniek en zijn het ongeëvenaarde grootheden.

Torbjörn Blomdahl, aan wie dit interview ter ere van zijn vijftigste verjaardag is gewijd, is in Zweden opgegroeid met biljarten als hobby. In een gunstiger tijdperk dan dat van Ceulemans, met prijzengelden, premies en contracten, stapte Blomdahl in een carrière als profsporter. Hij is niettemin, bovenal een sporter gebleven met een grote, eeuwig durende liefde voor het biljart.

,,Ik heb ook het geluk dat ik veel langer kan meegaan in mijn sport dan atleten die groot zijn geworden in een fysieke sport, zodat ik langer door kan gaan.''

Het einde van zijn carrière is nog lang niet in zicht: de Zweed is sinds kort weer de nummer één van de wereld, werd voor de tiende keer in zijn carrière overall winnaar van de World Cup, speelt met de ambitie van een jonge hond en behoort na al die jaren nog altijd tot de allergrootsten in zijn sport.

Hij heeft het mooiste, meest indrukwekkende palmares in het internationale driebanden op die ene legende, Raymond Ceulemans na. De Belg leefde in een tijdperk waarin hij alleenheerser was. Torbjörn Blomdahl moet afrekenen met andere grootheden, zoals Frédéric Caudron, Dick Jaspers, Dani Sánchez, Eddy Merckx, Marco Zanetti, Kyung-Roul Kim, Filippos Kasidokostas, Sung-Won Choi en Martin Horn.

Met die concurrentie in zijn kielzog is hij uitgegroeid tot de Ceulemans van de huidige generatie. Een kleine greep uit zijn erelijst: 40 World Cups gewonnen, vier keer wereldkampioen individueel, negen keer wereldkampioen met Zweden, tien keer World Cup overall zege, acht Europese titels, negen keer Coupe d'Europe.

De Zweed, die later verhuisde naar Backnang in Duitsland, gaat op zijn website in vogelvlucht door zijn biografie: ,,Ballen hebben altijd een grote rol gespeeld in mijn leven'', vertelt hij. ,,Mijn vader gooide vaak ballen naar mij toe, soms zelfs sinaasappels. Ik ging voetballen, maar mijn talent voor deze sport was beperkt.''

,,Toen ik negen was (1971) ging ik voor het eerst naar het Biljart Club Center in Göteborg, waar een ping-pong tafel stond. Ik maakte kennis met het biljart en werd er gelijk door betoverd.''

Op zijn tiende verhuisde hij naar Helsingborg. ,,Mijn ouders hebben daar een biljartclub geopend samen met een andere familie: de biljartclub BK Borgen. Ik begon zelf in die tijd ook te spelen, maar mijn talent kwam nog niet direct bovendrijven. Ik was al achttien, denk ik, toen mijn vader zei: als je echt goed wilt worden, dan zul je meer en vooral met meer concentratie moeten trainen. Hij zei het zeker niet voor de eerste keer, maar deze keer had ik het wel begrepen.''

Zijn hobby werd langzamerhand zijn beroep. ,,Raymond Ceulemans regeerde het driebanden in de wereld. Hij dook regelmatig op in mijn dromen. Daarin heb ik hem wel eens overtuigend verslagen. De eerste keer dat die droom uitkwam was op het Europees kampioenschap in Amersfoort in 1985. Ik versloeg hem in de halve finale en won de titel in de finale tegen Rini van Bracht.''

Belangrijk voor zijn verdere privéleven was het jaar 1994, toen hij naar Backnang verhuisde en trouwde met Beate. ,,We hadden elkaar leren kennen op de German Open in 1988, waar ik de finale won tegen Ceulemans. Mijn toekomstige vrouw zat daar in het publiek met haar vingers gekruist voor... Ceulemans.''

Twee zonen werden uit het huwelijk geboren: Yannick in 1996, Henrik in 2001.

Kozoom stelde de jubilaris voor zijn vijftigste verjaardag vijftien vragen en geeft een overzicht van het palmares van
Torbjörn Blomdah, het fenomeen.

Frits Bakker: Ik wil eerst even terug naar het begin: naar het kleine jongetje dat voetbalt, tafeltennist en op een zeker moment kiest voor biljarten. Wat is de drijfveer geweest, want voetbal en tafeltennis waren ongetwijfeld populairder. Welke rol heeft je vader gespeeld in die beslissing?
Torbjörn Blomdahl: ,,Mijn drijfveer was absoluut de schoonheid van driebanden, waarover mijn vader altijd sprak. Hij was in zijn jongere jaren vele malen kampioen kegelbiljarten van Zweden, maar had ook een enorme passie voor driebanden. Toen wij met het gezin verhuisden naar Helsingborg en een eigen club hadden, begon mijn vader meer driebanden te trainen. Zijn liefde voor die spelsoort straalde ook op mij af. Hij was eigenlijk mijn trainer, maar vooral ook mijn tegenstander. We speelden meestal naast elkaar op twee tafels, omdat mijn vader een totaal andere biljarter was. Hij leek met zijn 'dunne stoot' wel wat op Raimond Burgman en ging dikwijls van zijn verdediging uit. Ik ben vanaf het begin veel meer een aanvaller geweest.''

FB: Heb jij – of andere mensen in je omgeving – heel snel ontdekt dat je een meer dan gewone aanleg had?
TB: ,,Wij hebben allebei onze twijfels gehad, mijn vader en ik, omdat de groei in de eerste jaren stagneerde: eerst een jaar met 0.350, het volgende jaar 0.490, toen 0.500. Het sprongetje naar 0.650 was al heel wat en een paar jaar daarna speelde ik op het Zweeds kampioenschap één gemiddeld. Ik heb ook nooit les gehad. De enige keer dat hier een grote speler kwam, was René Vingerhoedt, die les kwam geven aan een paar Zweedse jongeren, maar in die tijd was ik meestal op school. Mijn vader heeft er, voordat ik Europees kampioen werd, nooit één woord over gezegd dat ik talent had om verder te groeien.''

FB: Het was de regeerperiode van Raymond Ceulemans, die heerste in alle spelsoorten, niet alleen in driebanden. Jij hebt voor een heel andere opbouw gekozen: hoe snel ben jij helemaal omgeschakeld naar driebanden?
TB: ,,Ik heb eerst een jaar kegelbiljart gespeeld en ben daarna op driebanden overgestapt. Ik zou het geen omschakeling willen noemen, want ik ben altijd pool, kegel, driebanden en snooker door elkaar blijven spelen. Het spel boeit me in al zijn facetten, ook bandstoten en kader. Ik heb de laatste jaren zelfs les genomen van Eddy Leppens om beter kader te spelen en maak nu series van 200. Ik doe het niet om wedstrijden te spelen, maar alles met de keu in de hand is voor mij interessant.''

FB: Hoe zou je je carrière kunnen opdelen in fases: de eerste piekjaren, wanneer was er een terugval, met welke ambitie ben je daarna weer teruggekomen op het hoogste niveau? Welke fase is de beste geweest tot nu toe?
TB: ,,Ik heb heel mooie jaren gehad, nadat ik voor het eerst Raymond Ceulemans had verslagen, toen ik de overall World Cup een paar keer won, rond 1995, in 2007 was ik heel sterk en ook nu, na een korte terugval, ben ik weer naar een mooie piek gegroeid. De ambities zijn er altijd geweest, omdat ik hou van mijn sport, omdat ik altijd probeer beter te worden. Technisch is er altijd veel te verbeteren, omdat driebanden een spel onbegrensde mogelijkheden is. Mijn terugval op een zeker moment is te verklaren door de opkomst van veel concurrenten. Jaspers, Sayginer, Sang Lee, Sánchez, Caudron en anderen kwamen op. Ik kon niet meer zo dominant zijn. En hoe harder de concurrentie, hoe meer druk en spanning. Ik ga het niet zo hard roepen, maar ik kan in een partij heel veel last van zenuwen hebben. Ik heb wel eens het gevoel: als ik in de finale van een partij net zo sterk ben als mijn tegenstander, moet ik meer lijden door de zenuwen. Ik ben niet zoals Jaspers, die uit ijs is gemaakt. Toen ik nog dominant was, had ik hetzelfde, maar kon ik dat wegsteken met mijn surplus aan kwaliteit. Nu niet meer. Ik heb het misschien wel van mijn vader: die kan niet eens naar een wedstrijd kijken op Kozoom als ik moet spelen. Hij vraagt altijd eerst aan mijn moeder wat het is geworden en kijkt dan naar de replay.''

FB: Je hebt in alle disciplines van het biljart rondgekeken, overal in gespeeld, is driebanden in jouw beleving toch altijd het mooiste spel op een biljarttafel?
TB: ,,Ik heb er mijn beroep van gemaakt, ik houd ervan en kan het goed. En er is nog steeds veel te leren. Ik speel alles graag, maar driebanden blijft nummer één.''

FB: Voor mensen die jouw speelstijl, je leefstijl en de mens achter jou niet kennen: hoe zou je jezelf beschrijven voor wat betreft:
a: techniek
b: tactiek
c: eerzucht
d: snelheid
e: concentratie
f: sportiviteit
g: leefstijl
h: mentaliteit

TB:
Techniek: ,,Ik probeer een eenvoudige techniek te gebruiken. Zo simpel mogelijk spelen om grote fouten te vermijden. En ik heb eigenlijk maar één techniek: de keu terugtrekken en afstoten. Marco Zanetti heeft misschien wel twintig verschillende afstoten: versnellen, vertragen, lang afstoten, kort, meer rechts, meer links, een ongelooflijk arsenaal. Ik heb er maar één, net als Dani Sánchez en Frédéric Caudron: keu terugtrekken, wachten en rechtdoor stoten. Caudron heeft eens gezegd: de bal heeft geen geheugen en weet niet wat jij doet voordat je afstoot. Daar heeft hij helemaal gelijk in.''

Tactiek: ,,Voor mij heel belangrijk, maar dan bedoel ik niet de verdediging, maar de opbouw van de serie. De ballen zo plaatsen, dat je er voordeel uit haalt voor de volgende carambole. Soms met meer tempo om een bal uit een bepaalde zone te duwen. Het gevoel komt na jaren, door veel te kijken, veel uit te proberen. Je weet dat bepaalde stoten meer tempo vereisen, zodat je er een betere positie uit krijgt. Het lijkt soms dat een bal, die hard op tempo is gespeeld, met geluk in een goede positie rolt. Dat is niet waar, ik krijg die positie door de bal zo te spelen. Het gaat soms maar om en metertje extra tempo, een andere keer moet je hem super veel kracht meegeven. Ik weet vaak voordat ik afstoot, waar bal twee na de carambole niet moet blijven liggen. Het is niet zoals velen denken, dat je zacht op bal drie moet komen, of bal drie in de hoek moet duwen. Dat soort spelers klaagt dan dat er geen positie overblijft, maar het is juist verkeerd om bal drie in de hoek te drukken.''

Eerzucht: ,,Ik wil altijd winnen, welke partij of welk toernooi dan ook. Het is de liefde voor mijn spel en mijn natuurlijke vermogen nooit op te geven. Dat zou je dus eerzucht kunnen noemen. Ik wil soms niet eens van mijn tegenstander winnen, maar van het driebanden, van het spel zelf, van wat er op de tafel ligt. Het gebeurt wel eens dat alles mislukt: zoals op het WK van dit jaar in Porto. Je snapt de tafel niet, de ballen rollen slechter, dan komen er meer zenuwen, alles loopt verkeerd. Dan denk ik: ik ben het niet die hier speelt. En ik kan me er dan snel overheen zetten.''

Snelheid: ,,Mijn speelstijl is snel, maar soms heb ik tijd nodig om een 'zware, grote stoot' te maken, die een serie verder kan laten gaan. Soms is een innovatie nodig midden in de partij. Dat kan lastig zijn met 40 seconden tijd om af te stoten. Het ligt ook aan mezelf. Ik speel soms een heel toernooi zonder een time-out te vragen. Dat is stom natuurlijk. Maar toch, die korte tijd, dat heeft iets van mijn analytische spel weggenomen. Het maakt soms een groot verschil: 20 centimeter harder, 10 centimeter zachter. De positie die overblijft kan een wereldbal zijn of een carambole die niet te maken is.''

Concentratie: ,,Goede concentratie komt met goed spel. Als ik slecht speel, kan ik mijn concentratie helemaal kwijtraken.''

Sportiviteit: ,,Ik vind het de schoonheid van onze sport, zoals wij met elkaar omgaan. In het voetbal kun je een goal met de hand maken. Bij ons gaan de spelers naar de stoel, we corrigeren de arbiter als we een punt krijgen dat niet goed is. Het gebeurt ook wel dat spelers klagen over de tegenstander die op de stoel zit, dat hij beweegt, dat hij gebaren maakt. Dat zijn zenuwen, het is niet bewust. De mensen die dat zeggen, bewegen zelf ook. Als je een biljartwedstrijd ziet, dan beweegt alles in de zaal, we spelen vaak op vier tafels tegelijk, overal is beweging, niemand kan helemaal stilzitten. De één beweegt wat meer dan de ander. Dani Sánchez, bijvoorbeeld, zit als een engel op zijn stoel.''

Leefstijl: ,,Ik reis graag. Muziek, film en boeken zijn belangrijk in mijn leven. Als ik thuis ben, kan ik genieten met mijn gezin. Barbecuen in de tuin. Fietstochten maken of gewoon zitten en babbelen. Ik doe zelf ook andere sporten. Lopen, tafeltennis. En sport kijken op tv.''
Mentaliteit: ,,Mentaal zou ik sterker willen zijn. Soms krijg ik angst en durf ik niet meer zo te spelen als het moet. Daarom kan het eind van de partij moeilijk zijn. Ik ben jaloers van spelers met een ijzeren mentaliteit.''

FB: Wie zijn de spelers op het hoogste niveau die uitblinken in:
1 techniek, 2 eerzucht, 3 concentratie/mentaliteit, 4 sportiviteit, 5 spelopvatting.
TB:
1: ,,Dick Jaspers, Frédéric Caudron, Tayfun Tasdemir, Dani Sánchez, Eddy Merckx.''
2: ,,Frédéric Caudron, Dick Jaspers, Jérémy Bury.''
3: ,,Sung-Won Choi, Eddy Merckx, Dick Jaspers, Martin Horn.''
4: ,,Kyung-Roul Kim, Martin Horn.''
5: ,,Frédéric Caudron, Marco Zanetti, Martin Horn.''

FB: Kun je een top vijf geven van de mooiste, meest emotionele momenten in je carrière?
TB:
1: ,,De overwinning in het Scandinavisch kampioenschap in 1981, mijn eerste grote titel. De Denen waren in die jaren met spelers als Peter en Kurt Thögersen en Hans Laursen sterker dan wij. Met Zweden hadden we alleen mijn vader en ik, maar ik won de finale.''
2: ,,Mijn eerste overwinning op Raymond Ceulemans, het monument in onze sport, in 1985.''
3: ,,De overwinning in het Europees kampioenschap in datzelfde weekend met finale winst op Rini van Bracht.''
4: ,,De eerste overall World Cup winst in 1988.''
5: ,,Mijn tiende overall World Cup vorig jaar.''

FB: Waar hecht je meer waarde aan: wereldkampioen worden of de overall World Cup winnen.
TB: ,,Zonder enige twijfel, de World Cup winnen.''

FB: Hoe heeft het driebanden in – zeg maar eens – de laatste tien jaar ontwikkeld? Welke vernieuwingen heb je gezien, die jou hebben verbaasd of verrast. Wat kunnen toeschouwers en volgers nog meer verwachten. Kan het nog altijd mooier en beter? Gaan de gemiddeldes nog verder stijgen?
TB: ,,De gemiddeldes stijgen niet zo veel meer, omdat er steeds harder wordt gevochten in wedstrijden. Spelers staan wat het niveau betreft veel dichter bij elkaar. De kwaliteit is wel veel gestegen, vooral het positiespel. Er worden meer hoge series gemaakt. Verbaasd daarover ben ik niet, omdat ik er midden in sta en zelf meedoe aan de ontwikkeling van het spel.''

FB: Met welk gevoel heb je bijvoorbeeld gereageerd op de wereldpartij van Eddy Merckx: 50 punten in zes beurten. Dat werd voor die tijd in de rangen van de topspelers voor onmogelijk gehouden.
TB: ,,Ik heb spontaan gezegd: zo, we kunnen nu alleen nog voor het wereldrecord serie spelen. Vijftig punten in vijf beurten zal niet gebeuren zo lang ik leef, het is utopisch. Het heeft me ook niet verrast dat Eddy Merckx het heeft gedaan. Hij kan spelen met een superieure precisie, met een feilloos gevoel op alle tafels. Ik weet zeker dat hij op de kleine tafel zes gemiddeld kan spelen, zo sterk is hij in positiespel. Hij mist ook nooit een carambole die goed maakbaar is.''

FB: Hoe heb je de terugkeer aan de absolute top beleefd: was het een bevrijding, een bevestiging dat de wereldklasse er nog altijd is?
TB: ,,Ik heb er eerlijk gezegd zelf ook aan getwijfeld. Nu ik weer terug ben op één, kan ik alleen maar zeggen dat ik mijn oude spelpeil terug heb gevonden. Meer nog nu ik speel met mijn nieuwe Molinari keu. Die past perfect voor mijn speltype.''

FB: Wat is jouw mening over de vernieuwingen van de systemen: 40, 50 punten, setsysteem, nabeurt?
TB: ,,Ik kan niet zeggen wat beter is. Eén ding is zeker niet goed: teamwedstrijden naar 30 of 40 punten zonder nabeurt. Het kan niet meer 5-3 worden, dat is jammer. Zonder nabeurt individueel en in knock-out vind ik perfect. Ik begrijp ook wel dat we toernooien niet meer volgens setsysteem kunnen spelen, hoe veel beter dat ook voor ons is (drie keer kans om te winnen). Maar tegenover organisatoren is het niet te verkopen met het tijdschema. Caudron speelt uit in drie kwartier, andere spelers doen drie en half uur over een partij.''

FB: We horen wel eens sombere verhalen over de toekomst van biljarten. Wat is jouw mening?
TB: ,,Ik ben nog wel optimistisch, biljarten zal altijd blijven bestaan, omdat het zo'n mooie sport is. Er zijn landen waar het nog ontzettend populair is, zoals in Korea, Vietnam, Mexico, Colombia, Nederland, België en Turkije. Dus ik wanhoop niet.''

FB: Tot slot: had jij je een beter leven kunnen voorstellen dan nu, als profspeler met een prachtig gezin, een palmares van absolute wereldklasse en de reputatie van de speler die na Raymond Ceulemans jarenlang de beste was in het driebanden?
TB: ,,Ik heb een prachtig beroep, ik geniet van het leven met mijn gezin en ik heb nog altijd successen als profsporter. Mooier had het niet kunnen zijn.''

De belangrijkste successen van Torbjörn Blomdahl:

Wereldkampioen:
1987: WK in Caïro
1988: 1e BWA worldcup ranking
1991: 1e BWA worldcup ranking
1997: WK in Grubbenvorst

WK biathlon
1987: Epinal

WK team:
1987/1990: met Lennart Blomdahl
in Madrid en Vierssen
2000/2001/2005/2006/2007/2008/2009
met Michael Nilsson in Vierssen

Overall World Cup
1988/1991/1992/1994/1995/1996/1998/2001/2007/2011

Player of the year
2001/2007

Supercup
2002/2003

Europees kampioenschap
1985: Amersfoort
1986: Mondorf les Bains
1988: Vejle
1990: Norrköping
1991: Dordrecht
1998: Aubagne
2001: Odense
2005: Porto

EK teams
1985/1991 met Lennart

Coupe d'Europe
1984, 1985, 1989, 1990 met BK Borgen

1998, 1999, 2000 met Pelgrim Profspeler

2002 met Van Wanrooij

40 World Cup titels
23 Zweedse titels.

Commentaren